De nieuwe deelnemersbijdragen die SGR voor 2016 wil invoeren, zijn bij sommige retailers in het verkeerde keelgat geschoten. Een deel van hen moet in het nieuwe jaar een fors hogere bijdrage betalen. SGR zegt dat slechts sprake is van een eerlijke verdeling, waarbij wordt gekeken naar omzet.
Bij het vaststellen van de deelnemersbijdragen keek SGR voorheen of reisagenten veel omzet op eigen naam realiseerden. Deze betaalden het hogere tarief van 1.422 euro. Agenten die vooral aan wederverkoop deden, betaalden het lagere tarief van 284 euro per jaar.
Deze lijn wordt nu losgelaten. Volgens SGR wordt aan deelnemers in beide categorieën door het bureau van SGR net zoveel tijd besteed, dus zijn de kosten gelijk.
In het nieuwe jaar hanteert SGR vijf categorieën op basis van omzet. De bijdrage varieert van 270 euro per jaar (voor agenten met een omzet tot 250.000 euro) tot 4.980 euro voor bedrijven met een omzet van meer dan 50 miljoen per jaar. Agenten in de midden-categorie, met een omzet van 2,5 tot 12 miljoen euro, gaan 1.440 euro per jaar betalen. ‘Dat is nagenoeg hetzelfde als in 2015’, zegt SGR-directeur Erik Jan Reuver.
Onderbouwing
Leo van der Hoeven, voorzitter van Itac, zegt desgevraagd dat hij de invoering van de nieuwe deelnemersbijdragen wil aanvechten. ‘Ik betaalde tot nu toe 284 euro en val straks in het nieuwe tarief van 1.440 euro. Dat is 600 procent meer. Is SGR soms bezig de reisbureaus de nek om te draaien? Ik mis de onderbouwing in het hele verhaal. Bovendien, dat we dit een week voor het nieuwe jaar te horen krijgen, vind ik niet kunnen.’
Van der Hoeven spreekt van ‘een leuk kerstcadeau’ van SGR. ‘Natuurlijk is SGR er voor de consument, maar de consument heeft er ook belang bij dat er voldoende gezonde reisbureaus zijn. Ik dacht dat SGR voldoende reserves in kas had.’
Herverdeling
Volgens SGR-voorman Reuver is, afgezien van een prijsindexering, geen sprake van een verhoging van de totale bijdragen, maar vindt slechts een herverdeling plaats. ‘De deelnemersbijdrage is puur bedoeld om de kosten van het bureau van SGR en het Calamiteitenfonds te dekken. We besteden als SGR net zoveel tijd aan agenten die veel op eigen naam doen als aan agenten die op wederverkoop focussen. Grofweg kun je zeggen dat een derde van onze deelnemers van een hoger naar een lager tarief gaat, een derde blijft gelijk, terwijl een derde van een lager naar een hoger tarief gaat. Ik kan me voorstellen dat je het als reisagent er niet mee eens bent wanneer je van het lage naar het hoge tarief gaat, maar volgens ons is nu sprake van een eerlijke verdeling.’
De nieuwe regeling past volgens Reuver meer bij de praktijk, waarin er nauwelijks of geen onderscheid meer is tussen een touroperator of reisbureau. Hij benadrukt dat de bepaling van de hoogte van de bankgarantie voor agenten die veel op eigen naam verkopen, buiten deze nieuwe systematiek valt. Overigens heeft het Calamiteitenfonds zijn tarieven verlaagd, zegt Reuver, die benadrukt dat de kosten van SGR en het Calamiteitenfonds nog steeds de laagste zijn in vergelijking met de landen om ons heen.
Dubbel
Erik van der Waard, vice-voorzitter van de Veluwegroep, spreekt van een vreemde situatie. ‘We hebben dat inmiddels per brief aan SGR laten weten. SGR zegt dat een deelnemersbijdrage naar omzet meer reëel is dan een bijdrage naar locatie, maar daarmee wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat SGR het risico afdekt voor de consument over de risicodragende omzet van het reisbedrijf. Op de nu geschetste wijze wordt veel omzet dubbel belast: niet-risicodragende agentenomzet bij zowel de reisagent als de reisorganisatie. Dit kan niet de bedoeling zijn. Er wordt immers geen dubbel risico gedragen. Bovendien is het risico op de totale omzet van reisagenten veel lager, omdat een aanmerkelijk deel al gedekt is door de deelnemende reisorganisatie waar de omzet is ondergebracht.’
Van der Waard laat weten verder niet inhoudelijk te kunnen reageren, in afwachting van een constructief gesprek met SGR.