Na de persverklaring van de curatoren in het faillissement van Oad, waarin deze aangeven dat zij hun claimrecht tegen de Rabo-bank hebben overgedragen aan de familie Ter Haar, spreekt de familie Ter Haar in een verklaring van ‘een doorbraak’.
Deze zijn als oud-aandeelhouders nu gerechtigd om ook namens de gefailleerde onderneming de Rabobank aansprakelijk te stellen voor de schade die is veroorzaakt door de naar de mening van Oad en haar aandeelhouders onrechtmatige opzegging van de kredietfaciliteit. In zijn verklaring spreekt de familie Ter Haar van ‘de halsstarrige, rigide en omwrikbare houding van de Rabobank’.
Hoopgevend
Eerder oordeelde de rechter in Utrecht dat de familie Ter Haar niet in de positie is om schadevergoeding van de Rabobank te vragen. Dat recht was volgens de rechtbank voorbehouden aan de onderneming Oad, en in dit geval dus aan de curator. Door deze claim-overdracht is aan dat juridische bezwaar tegemoet gekomen. De rechter is door die eerdere formele uitspraak niet aan de inhoudelijke behandeling van de zaak toegekomen.
De familie Ter Haar noemt de inhoudelijke behandeling ‘buitengewoon spannend. De vooruitzichten zijn zeer hoopgevend’.
Diepgaand onderzoek leidt volgens de familie Ter Haar tot de navolgende stellingen:
Door de vestiging van veel te veel zekerheden liep de Rabobank nul risico (NB: Rabobank heeft inmiddels al 7,3 miljoen euro aan te veel zekerheden aan curatoren moeten terugbetalen).
De extra gevraagde kapitaalinjectie (van 7,5 miljoen euro) door de Rabobank had geen enkele objectieve rechtvaardigingsgrond (gelet op deze al veel te ruime zekerheden).
Oad had bovendien voldaan aan deze overbodige extra kapitaaleis.
De opzegging van de kredietfaciliteit door de Rabobank was daarom niet rechtsgeldig en in strijd met de zorgplicht.
De opzegging van de kredietfaciliteit door de Rabobank heeft welbewust het faillissement veroorzaakt (zie bijlage II: geheime notitie Rabobank).
Feiten
De controleerbare feiten spreken volgens de familie Ter Haar voor zich.
Oad had geen uitstaande leningen.
Tot op moment van faillissement is er nooit een overstand op de kredietfaciliteit of garantiefaciliteit geweest.
Tot op moment van faillissement is er nooit een achterstand in betalingen geweest.
De slechts boekhoudkundige afschrijving op de ICT leidde niet tot een verschil in de actuele of toekomstige cashpositie van Oad (dat de Rabobank als professionele financiële instelling dit aanbrengt als dé reden, is even absurd als gezocht).
Zelfs bij de oneigenlijke optelling van de kredietfaciliteit en garantiefaciliteit is er door de veel te ruime zekerheidsrechten helemaal nooit een reëel risico voor de Rabobank geweest.
Oad beschikte als reisorganisatie toen al over de nieuwste technologie (die nu overal marktbreed wordt ingezet) en realiseerde een explosief groeiende online omzet (80 miljoen euro, ofwel een plus van 40 procent).
Voorwaarden
Er was aan alle voorwaarden voldaan, zegt de familie Ter Haar.
‘Helemaal onbegrijpelijk wordt de halsstarrige, rigide en omwrikbare houding van de Rabobank als er ondanks bovenstaande tóch nog tijdig een passend akkoord wordt gesloten met de Twentse investeerders en de Participatiemaatschappij van de Provincie Overijssel.’
Er lag een concreet akkoord (zie bijlage III: getekende verklaringen Twentse ondernemers);
Er was bij de Rabobank instemming met dat akkoord;
Er was door Rabobank-topman Jan van Nieuwenhuizen aan Commissaris der Koning(in) Ank Bijleveld tijd toegezegd om een en ander verder te formaliseren maar die tijd is Oad en de ondertekenaars in de praktijk niet gegeven (zie bijlage IV: getekende verklaring Commissaris der Koning(in)).
Er was bij TUI en SGR een welwillende grondhouding (zie bijlage V: getekende verklaringen door Steven van der Heijden TUI en Willem Bonvanie, partner van Baise over SGR);
Er was dus gewoon aan alle onnodige en extra voorwaarden van de Rabobank voldaan.
Onrechtmatig
In het licht van bovenstaande concluderen Oad en haar aandeelhouders dan ook dat de opzegging door de Rabobank naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en onrechtmatig is. Met name ook omdat de Rabobank de maatschappelijke belangen (1.550 medewerkers) ten onrechte ondergeschikt heeft gemaakt aan haar eigen belang (zie bijlage 2: geheime notitie Rabobank). En Rabobank zelf nul euro schade heeft geleden door dit door hen afgedwongen faillissement en de Rabobank de schade dus zal moeten vergoeden.
De voormalig aandeelhouders van Oad hebben inmiddels Hoger Beroep aangetekend bij het Hof. Naar verwachting zal de comparitie in dit Hoger Beroep in het najaar plaatsvinden. Het gaat hier om een claimbedrag van 76 miljoen euro in totaal (65 miljoen subsidiair) en wordt nu dus ook namens Oad gedaan. Nu deze juridische hobbel is genomen, wordt de inhoudelijke behandeling buitengewoon spannend. De vooruitzichten zijn zeer hoopgevend.