Hoe lang houdt de groei van de reisverkoop nog aan en hoe verhoudt die groei zich ten opzichte van overtoerisme en duurzaamheid? Dat was een van de onderwerpen die aan bod kwamen in het traditionele Top 50-interview met topmanagers uit de branche. ‘De klant vraagt niet naar duurzaamheid.’
Foto bovenaan: Achter staan: T.J. van Apeldoorn (TRAVel Media), Jeroen Martron (Airtrade), Dick Gussen (Corendon), Bas Gerressen (KLM), Theo de Reus en Arjen Lutgendorff (beide TRAVel Media); zittend (vlnr) Suzanne Goossen (TUI), Frank Radstake (ANVR) en Fenny Koppen (Riksja Travel).
Foto’s: Nils van Houts.
Voor het traditionele Top 50-interview spreekt TravMagazine dit jaar in het Amstel Hotel in hartje Amsterdam, tijdens een diner in de bekende Wine Room. Aan tafel zaten (in willekeurige volgorde) Suzanne Goossen (Head of Retail TUI Nederland), Frank Radstake (directeur ANVR), Jeroen Martron (CEO Airtrade), Fenny Koppen (mede-CEO Riksja Travel), Bas Gerressen (directeur KLM Nederland) en Dick Gussen (Director of Brand, Media & Partnerships Corendon).
Om te beginnen de stand van zaken. Hoe was het afgelopen zomerseizoen?
Goossen: ‘Wij kijken positief terug op een sterke zomer, met groei zowel in omzet als passagiersaantallen. Mensen gaan nog steeds graag op vakantie. Aan het begin van het seizoen zijn dit de klanten die zekerheid willen dat ze naar hun favoriete bestemming en hotel kunnen en de hogere prijzen als gevolg van de inflatie accepteren. We zien daarnaast ook een groeiende groep die prijsbewuster leeft en daar de vakantie op aanpast.’
Frank?
Radstake: ‘Ladies first.’
Koppen: ‘Dankjewel… Ik ben heel tevreden over dit zomerseizoen. Wij zijn in omzet ook gegroeid en ook qua vertrekken is het dit jaar beter gegaan dan de jaren hiervoor. Als je kijkt naar bosbranden en andere rampen viel dat dit jaar wel mee. Wij zijn ook wel een beetje de Transavia-ellende ontsprongen. Wat dat betreft mogen wij echt niet klagen.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Fenny Koppen.
Frank, jij hebt vanuit de ANVR natuurlijk een all-over inzicht. Hoe staat de branche ervoor?
Radstake: ‘We hebben een relatief rustige zomer gehad, al heeft Transavia ons het hele zomerseizoen pijn gedaan en dat is nog niet voorbij. Boekingen gingen het hele jaar goed, maar het werd wel steeds een beetje minder goed. Niet slecht, maar minder goed. In juli van dit jaar was het aantal boekingen in onze monitor voor het eerst na Covid lager dan dezelfde maand een jaar eerder. De groei begon af te vlakken, maar voor het hele jaar nog steeds een goede toename. Meer in omzet trouwens dan in passagiers, want de passagiersaantallen voor de hele sector zijn nog niet waar we in 2019 waren.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Hoe ging het bij Airtrade ?
Martron: ‘De zomer was supergoed, met name juli waarvoor veel is geboekt in de eerste maanden van het jaar. In januari, februari en maart was er een soort explosie aan boekingen. In april was er een dip, maar in mei trok het weer aan. Juni ging goed, juli zeer goed en augustus goed. Dus over het algemeen goed. We hebben het niveau van 2019 weer aangetikt. Minder passagiers, maar meer omzet, vooral door hogere ticketprijzen en belastingen (8% meer taks). Het is wel een trend dat de gemiddelde ticketprijs blijft stijgen. Volgend jaar gaat de airport-taks omhoog en komt er meer vliegtaks bij, dus dat wordt een zorg voor 2025.’
Gerressen: ‘Vanuit de Nederlandse markt zagen we dat juli en augustus heel sterk waren. Last-minute boekingen bleven binnenlopen, ook al zou je normaal verwachten dat het een paar weken voor vertrek afvlakt. We hebben een uitstekende juli en augustus gehad voor Nederland. Dat ging wel ten koste van ons wereldwijde plaatje, want landen als China en het Verre Oosten blijven wat achter. De economie daar is minder, dus we kregen vanuit de Nederlandse markt meer ruimte om die stoelen te verkopen.’
Dick, hoe kijkt Corendon terug op het afgelopen jaar?
Gussen: ‘We hebben een spannend jaar achter de rug. Het vroegboekseizoen begon heel sterk en we hadden enorm veel geluk met het slechte zomerweer in Nederland. Dat hielp ons met last-minute boekingen. Het jaar was uitdagend. We zijn op 3 november begonnen met eigen vluchten naar Curaçao, een grote operatie, en we hebben bijna 70.000 passagiers meer geboekt dan vorig jaar. We tikken voor het eerst de 1 miljard euro omzet aan. Dat is een mooie mijlpaal. Dat komt ook door de groei op Curaçao. We verdienen wat meer aan ancillaries en helaas zijn de reissommen ook gestegen. Vooral Turkije was een uitdaging aan het begin van het seizoen, met prijsstijgingen aan de Turkse Riviera. Turkije kende op een gegeven moment een inflatie van 80%. Het voorseizoen in Turkije was heel goed, in het hoogseizoen betaalden families duizenden euro’s meer dan vorig jaar. Dat heeft wel impact gehad. We hadden gelukkig een goed antwoord door onze pijlen te richten op Alanya, waar we voor families met kinderen een product konden neerzetten dat wel betaalbaar is.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Dick Gussen (Corendon).
Hoe groot is jullie aandeel in Turkije?
Gussen: ‘In totaal gaat ongeveer 40 procent van onze 750.000 passagiers naar Turkije.’
Vraag: Er is een nieuwe minister van luchtvaart, die meer naar de luchtvaartsector lijkt te luisteren. Bas, heb jij al een goede fles wijn naar Barry Madlener gestuurd?
Gerressen: ‘Dat heb ik niet gedaan. De wisseling van de wacht bij zowel de overheid als Schiphol heeft als positief effect dat er meer wordt samengewerkt. Verduurzaming en geluidsreductie vindt iedereen belangrijk, dus dan is het wel fijn als je je daar met z’n allen voor inzet. We hebben zelf het plan ‘Schoner, Stiller, Zuiniger’ gepresenteerd. Veel onderdelen zijn opgenomen in het plan dat de overheid heeft ingeleverd bij de EU. Dat vinden we nog steeds spannend. We zien het plan van de minister (naar maximaal 475.000-485.000 vliegbewegingen, red.) overigens nog steeds als krimp.’
Gussen: ‘Als we het toch over Den Haag hebben: we maken ons ook wel echt zorgen over de plannen om de vliegtaks fors te verhogen. Dat zo’n belasting er is, snappen we nog, maar het zou toch veel logischer zijn om de korte vluchten hoger te belasten? Daar is immers vaak ook een alternatief voor te vinden. Als dit kabinet vooral de lange vluchten gaat belasten, maken ze het echt heel moeilijk voor mensen die familie hebben op bijvoorbeeld Curaçao. Het wordt dan heel kostbaar om die te bezoeken.’
Ziet iedereen dat vertrekken vanaf buitenlandse luchthavens toenemen?
Koppen: ‘Jazeker, en nu de taxen gaan stijgen, verwacht ik dat Duitsland een steeds belangrijkere afreishaven gaat worden.’
Martron: ‘Wij zien vooral het aantal vertrekken vanaf Brussels Airport sterk toenemen.’
Goossen: ‘Zeker, ook vanuit Duitsland. Vooral bij de reisbureaus in de grensregio’s is er de afgelopen jaren een enorme groei in vertrekken vanuit Duitsland. Maar niet alleen Duitsland. Doordat we crossborder verkopen, bieden we als extra keuzemogelijkheid voor de klant ook vertrekken aan vanuit onder andere Antwerpen en Brussel.’
Gerressen: ‘Overigens hebben ze de vliegtaks in Zweden juist weer afgeschaft. Een interessante beweging van een land dat heel erg voor duurzaamheid staat. Volgens mij is er meer balans gekomen in de discussie. Verduurzaming is belangrijk, maar de economische waarde en het belang van vliegen worden ook erkend. In Nederland ligt de focus nu vooral op de vliegtaks, maar het gaat ook om luchthavengelden en kosten voor luchtverkeersleiding (LVNL, red.). Die stijgingen gaan maar door en worden uiteindelijk op de klant afgewenteld. Dat gaat wel impact hebben. Dan zie je verschuivingen naar Duitsland en België, waar je die hoge taksen niet hebt. Dat is echter geen oplossing voor het klimaatprobleem of verduurzaming.’
Is dat niet iets dat op Europees niveau moet worden besloten?
Gerressen: ‘Wij zijn voor een level playing field, het liefst mondiaal. Als dat niet kan, dan minimaal Europees, maar niet per land allerlei afwijkende regels, want dan zie je dat het naar een ander land verschuift. Daardoor wordt er niet minder gevlogen, maar anders gevlogen, vaak omgevlogen, wat weer voor meer uitstoot zorgt.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Bas Gerressen (KLM).
Er komt mogelijk een besluit over Lelystad Airport in 2025. Zijn we daar blij mee?
Radstake: ‘Het lijkt alsof de deur op een kier staat. De besluitvorming in de Tweede Kamer suggereerde dat die dicht was, maar nu wordt er serieus naar gekeken. Ik denk dat je er niet aan ontkomt om een goede discussie te voeren over Lelystad. Wij hebben eerder gezegd dat als Eindhoven een lange periode dichtgaat, er ruimte moet zijn om die capaciteit ergens anders te benutten. Je kunt niet alles naar België verplaatsen. Het zou een goed moment zijn om Lelystad te openen. Wij blijven erbij dat Lelystad open moet. Uiterlijk 2026 moet er dan gevlogen worden vanaf Lelystad, dus besluitvorming in 2025 is echt laat. Vanuit de ANVR zullen we het kabinet blijven aansporen dit op de agenda te houden. Maar dat willen we niet alleen als ANVR doen, dat moet je in samenhang doen met de andere partners die daarbij betrokken zijn.’
Jij presenteerde vorig jaar op het congres in Spanje het duurzaamheidsplan van ANVR. Volgens Frank Oostdam moet de sector een transitie maken. Volgens hem wordt het tempo niet bepaald door de achterblijvers. Hoe gaat het met dat plan?
Radstake: ‘We kunnen inderdaad niet wachten op achterblijvers, omdat we moeten voorkomen dat we door wet- en regelgeving in de mangel worden genomen. We hebben een ambitieus doel gesteld met de horizon op 2050. Dit jaar zijn we dat aan het vertalen naar concrete plannen. Die komen toevallig uit rond het ANVR-congres. Fenny gaat er meer over vertellen op het podium.’
Doen we als sector genoeg aan verduurzaming?
Koppen: ‘Ik denk dat er zeker nog wel een schepje bovenop moet, maar we doen ook al heel veel wel. Bij alle backcasting-sessies die we hebben gedaan, was de opkomst echt enorm. Bijna alle substantiële reisbedrijven waren aanwezig. We hebben een stuurgroep duurzaamheid opgericht met veertien organisaties, bijna alle belangrijke spelers in de branche. Er worden echt goede stappen gemaakt. We kunnen zeker meer doen en misschien soms wat sneller, maar ik ben trots op wat we al hebben bereikt. Vergeleken met andere branches lopen we echt voorop. Maar we zitten nog steeds een beetje in het verdomhoekje en moeten ons vaak verdedigen, in plaats van proactief te laten zien waar we mee bezig zijn. Dat is zonde.’
Goossen: ‘Ik ben niet zo bang voor greenwashing, maar meer voor greenhushing (het bewust stilhouden van duurzame initiatieven, red.) We doen binnen de TUI Group heel veel op het vlak van duurzaamheid. In de Sustainability Agenda hebben we ambitieuze doelstellingen bepaald voor de verschillende bedrijfsonderdelen, zoals de airline, cruisemaatschappij en op bestemmingen. Er is een kleine, luide groep die veel kritiek uit. Zij krijgen veel aandacht en ruimte voor hun boodschap in de media. Daardoor neigen we soms eerder naar greenhushing. Ik zit nu tien jaar bij TUI en duurzaamheid zit echt in ons DNA. Uitingen op dat vlak liggen echter onder een vergrootglas, ook door nieuwe richtlijnen. Dat maakt ons voorzichtig.’
Vraagt jouw klant erom in de reisbureaus?
Goossen: ‘Nee, de klant vraagt er niet direct om, maar ik denk wel dat de nieuwe generatie verwacht dat de ondernemer de zaken op orde heeft.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Suzanne Goossen (TUI).
KLM werd vorig jaar teruggefloten na een mooie campagne waarin jullie de duurzaamheidsinspanningen benadrukten. Hoe ga je daarmee om als airline?
Gerressen: ‘Onze intentie is niet veranderd, maar als een woord niet goed valt, moeten we dat aanpassen. Zo mogen we ‘sustainable aviation fuel’ niet meer zo noemen, maar wel ‘SAF’ of ‘alternative aviation fuel’. Daar passen we ons op aan, maar ons beleid blijft hetzelfde. We blijven zoeken naar nieuwe technologieën, zoals een testvlucht met ZeroAvia voor waterstof-elektrisch vliegen. Tegelijkertijd zijn we de grootste afnemer van SAF wereldwijd, met 16 procent van de wereldvoorraad. Maar zoals Suzanne ook zegt, we zijn voorzichtiger in hoe we dat naar buiten brengen. We zouden willen promoten dat mensen vrijwillig meer alternatieve brandstoffen kunnen bijkopen, maar dat doen we dus niet actief. Tegelijkertijd kopen we 16 procent van de wereldvoorraad, maar is dat nog maar 1 à 2 procent van de totale brandstof die we gebruiken. We ondervinden zeker ruis van een schreeuwende minderheid, maar de meerderheid heeft vertrouwen dat KLM het goed oppakt.’
In hoeverre zijn jullie in gesprek met critici?
Gerressen: ‘Dat hebben we regelmatig gedaan. We hebben ze allemaal uitgenodigd op kantoor om te praten over oplossingen, maar als we vragen wat hun oplossing is, hebben ze geen antwoord. Het enige antwoord dat we krijgen is: ‘Stop met vliegen morgen’.’
Gussen: ‘Bij ons staat het wel op de agenda. Met name onze CEO Gunay Uslu gaat het gesprek aan. Maar je doet het in de ogen van een kleine groep critici waarschijnlijk nooit goed. Ik ben wel blij met het initiatief van de ANVR, waarbij we ook kijken hoe we het met z’n allen kunnen vermarkten. Onze klanten gaan er vanuit dat wij het oplossen, maar het kost gewoon nog tijd.’
Koppen: ‘Onze klanten zijn er iets meer mee bezig dan gemiddeld, maar we krijgen niet veel negatieve geluiden. We zitten denk ik nog in een goede hoek en hebben daar weinig last van. Wij knopen niet zelf gesprekken aan met critici. Ze zoeken ons ook niet op en dat vind ik eigenlijk wel prettig. Het is niet altijd een fijne discussie.’
Goossen: ‘Wij staan open voor het gesprek en gaan graag de dialoog aan. Wij willen mensen erbij betrekken om zo samen stappen te kunnen zetten, maar we merken dat deze groep daar niet in geïnteresseerd is. Ze geven duidelijk aan wat wij niet goed doen, maar willen niet met ons meedenken hoe het dan wel zou moeten.’
Wil je als ANVR nog in gesprek met Extinction Rebellion?
Radstake: ‘Ik weet niet of Extinction Rebellion nou de meest logische partij is om mee in gesprek te gaan, maar als ANVR-bestuur willen we ook in gesprek met mensen die een ander geluid laten horen. Je kunt niet alleen praten met mensen die het met je eens zijn. We zijn tegen reclameverboden en proberen heel kritisch te zijn op de Green Claims Directive die in Brussel wordt ontwikkeld. Die beperkt je enorm in de mogelijkheden om te vertellen over je duurzaamheidsinspanningen. Je kunt niet zomaar van de daken schreeuwen waar je mee bezig bent, maar tegelijkertijd moet je wel de ruimte hebben om de boodschap over te brengen. De klant moet weten dat het beter is om met een airline als KLM te vliegen dan met een maatschappij die niets aan verduurzaming wil doen. Het is een ingewikkelde situatie, maar we hebben die ruimte nodig om ons verhaal te kunnen vertellen. Daarom zijn we keihard tegen de reclameverboden en zullen we er echt fel tegenin gaan.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Frank Radstake.
Afgelopen zomer klaagden veel bestemmingen over overtoerisme. Hebben jullie daar al mee te maken?
Goosen: ‘De vraag is of wij er echt iets aan kunnen doen, of het tot de reisorganisaties te herleiden is. Neem bijvoorbeeld een bestemming als Gran Canaria, waar de lokale bevolking in opstand komt. Niet tégen toerisme, want het is hun inkomstenbron, maar tegen het gebrek aan woningen. Door de wildgroei aan private vakantiewoningen, zoals Airbnb, wordt het voor lokale bewoners steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden. Ik ben het er helemaal mee eens dat we met steden en bestemmingen in gesprek moeten gaan over spreiding. Ik wil geen schuld afschuiven, maar onze klanten verblijven in hotels en als de hotelkamers vol zijn, is de bestemming vol. Het is de wildgroei aan individuele en particuliere huizenverhuur die de problemen voor de lokale bevolking veroorzaakt.’
Koppen: ‘Maar hierin moeten wij ook zelf verantwoordelijkheid nemen. Niemand wil in een overvolle stad rondlopen. Er zijn zoveel andere leuke plekken, laten we die beter promoten voor een fijnere ervaring voor de reiziger.’
Martron: ‘Ik zie het als marktwerking. De prijzen op Ibiza zijn bijvoorbeeld verdubbeld door de enorme toestroom van toeristen. Volgend jaar ga ik niet meer naar Ibiza, dat is wat de markt doet.’
Gussen: ‘Ik sprak laatst een tourist board die geen marketing support wilde geven, omdat wij ons teveel richten op massatoerisme. Overtoerisme is een hot topic. Dat een tourist board er zelfs in meegaat, vind ik opmerkelijk. Het was me nog nooit overkomen, maar het geeft ook maar meteen aan dat de wereld verandert.’
Radstake: ‘Het is belangrijk dat we bij de ontwikkeling van toerisme ook het belang van de bestemming en de lokale bevolking meenemen. We kunnen als sector niet zeggen dat we dat de afgelopen zestig jaar altijd even goed hebben gedaan. Als de discussie over overtoerisme leidt tot een beter begrip van het belang van de lokale bevolking, dan is dat veelbelovend. Wat ik ook veelbelovend vond, was een onderzoek van BUas en Travel with Zoey. Er wordt al honderd jaar gesproken over het spreiden van mensen over bestemmingen. Klinkt leuk, maar hoe doe je dat? Uit het onderzoek bleek dat als je mensen op een juiste en positieve manier prikkelt, ze bereid zijn om de hotspots te vermijden voor andere mooie plekken. De vraag is hoe je mensen uit de Jordaan naar de Baarsjes krijgt. Dat lukt niet, maar als je ze op de juiste manier stimuleert, zijn ze bereid andere dingen te bekijken in plaats van in de rij te staan voor een stroopwafel van 13 euro.’
Even naar de Vakantiebeurs. TUI en Corendon staan er in januari 2025 niet. Is dat een goede beslissing?
Gussen: ‘Laat ik vooropstellen dat het ontmoeten van je klant voor een touroperator die vooral online bezig is, heel prettig is. Dat was het mooie van de Vakantiebeurs. Veel mensen hebben behoefte aan dat contact. Wij hebben geen reisbureaus in Nederland, behalve op Curaçao, maar op de Vakantiebeurs konden mensen face-to-face een boeking maken. We hebben alleen onvoldoende bezetting op zo’n dag om al die mensen een reis te laten boeken. Ik kan daar niet vijftig man personeel neerzetten. Ik geloof zeker in een soort live-event waar de klant Corendon kan spreken en zien, maar niet meer op deze schaal.’
Goossen: ‘Het is in onze business altijd fijn en van enorm belang om persoonlijk in contact te komen met je klant. Wij kunnen dat op meerdere manieren, namelijk door onze 140 reisbureaus en 150 ZRA’s. We maken ieder jaar de overweging om wel of niet op de Vakantiebeurs te staan. Als je kijkt naar de vernieuwingen en het type bezoeker, dan denk ik dat er inmiddels andere middelen zijn waar je hetzelfde, al dan niet meer (potentiële) klanten mee bereikt. Het is een flinke investering én het is de drukste boekingsperiode van het jaar. Ik maak vervolgens de afweging: we zitten op de beurs met twintig à dertig reisadviseurs die op dat moment niet in het reisbureau kunnen zijn om daar onze klant te helpen. Daarom hebben we besloten ons geld anders te investeren, om zo een grotere doelgroep te bereiken in die belangrijke boekingsmaand januari.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Radstake: ‘We zijn als ANVR al jaren in gesprek met de Vakantiebeurs over hoe het evenement gemoderniseerd kan worden. Als ik mijn kinderen vertel dat ik naar een beurs ga, vragen ze: ‘wat is dat? Is het een festival? Is het een event?’ De Vakantiebeurs is bezig met een transitie richting festivalisering van wat een reisevent kan zijn. De beurs wil de relatie aangaan met de fysieke omgeving, met Utrecht. Je kunt je afvragen of Utrecht wel de juiste plek is voor zo’n evenement. We weten dus dat ze ermee bezig zijn, maar het veranderingsproces gaat niet snel genoeg. Ik hecht vanuit de ANVR aan een reisevent en dat hoeft niet per se in januari, want dat hoort bij oude boekingspatronen. Maar nu de twee grootste touroperators in Nederland hebben gezegd niet mee te doen, hoop ik dat het leidt tot een versnelling van de veranderingsbereidheid.’
Gussen: ‘Maar ik geloof nog wel in beurzen. Wij hebben jarenlang op de Huishoudbeurs gestaan. Dat is compleet onze doelgroep. In veel gevallen nemen vrouwen het initiatief om de vakantie weer te boeken. Dus een beurs waar voor 90 procent vrouwen komen, is een schot in de roos. Als het zo doorgaat, investeer ik liever in een stand op de Huishoudbeurs dan op de Vakantiebeurs. Op de Huishoudbeurs is er overigens ook weinig beleving. Het is standje naast standje. Wat ik wel ga missen, en dat was voor ons altijd een overweging om deel te nemen, is de Vakdag en de dag erna. Onze stand was altijd een ontmoetingsplek voor onze hoteliers en zakenpartners. Dat valt dit jaar weg.’
Martron: ‘Ik geloof in die zin wel in beurzen. Ik was afgelopen zaterdag op de Camperbeurs. Het was er ontzettend druk, iedereen leek op elkaar, met allemaal grijs haar en kalend, net zoals ik. Maar het voorziet wel in een behoefte en dat doet de Vakantiebeurs ook.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Goossen: ‘Het is een keuze; waar leveren onze collega’s de meeste toegevoegde waarde voor onze klant? Dat is op dit moment niet op de Vakantiebeurs. Het gaat er niet om dat er alleen een ouder publiek rondloopt, want dat is doorgaans een hele interessante doelgroep voor ons, maar het is vooral een groep die komt voor pennen, trolleys en andere gratis dingen. Ik zeg altijd gekscherend: ik ben blij als ik aan het eind van de dag m’n schoenen nog heb.’
Gussen: ‘Ik heb nog overwogen om er te gaan staan en er een klein reisbureautje neer te zetten: een pop-up reisbureau.’
Corendon focust meer op de reisagent. Werpt dat vruchten af?
Gussen: ‘De retailomzet bij ons is gegroeid met 56 procent. Dat zijn klanten die we via direct marketing niet hadden kunnen bereiken. Mensen willen in het online oerwoud nog steeds naar hun local hero en boeken daar elk jaar. Wij kunnen als online partij nooit dat persoonlijke advies geven dat een medewerker aan de balie wel kan geven. We leven in een economie waarin mensen steeds minder tijd hebben. Waarom zou je uren zoeken naar dat perfecte hotel als de reisagent om de hoek weet wat je zoekt?’
Tekst gaat verder onder de foto.
Goossen: ‘Ik kreeg over mijn baan regelmatig verbaasde vragen of het reisbureau nog steeds bestaat. Voordat ik met dit werk begon, was ik me er ook minder van bewust. Maar TUI gelooft en investeert al jaren in de retail. Met resultaat, want we laten een enorme groei zien. Hoe leuk is het dat je nu een ontwikkeling ziet? We zagen voorheen een klant die zelf een reis niet kon boeken en/of dat spannend vond en dus het reisbureau opzocht voor een stuk zekerheid. Nu zie je een klant die het wel degelijk zelf kan, maar naar het reisbureau gaat om volledig ontzorgd te worden, er zelf niet meer over te hoeven nadenken. Dezelfde service, maar vanuit een andere benadering en daarmee spreken we ook een nieuwe doelgroep aan. Van zekerheidszoeker naar volledig ontzorgen. Ik ben er trots op om in dit vakgebied te werken en te zien dat we steeds met onze tijd meegaan en nieuwe doelgroepen aan ons weten te binden.’
Martron: ‘Het is niet alleen dat, het is ook het gevoel van erkend en herkend worden als klant. Je loopt de winkel binnen en denkt: ‘hé, ze kennen me hier’. Ik was laatst op een reisbureau en als je ziet hoe goed ze er met klanten omgaan; ik neig om er zelf te gaan boeken.’
Hoe staat het met het personeelstekort in de branche?
Gerressen: ‘Dat is er nog steeds. Dat is niet iets wat binnen drie, vier maanden is opgelost. Wat je eraan kunt doen? Heel hard werven. Heel hard opleiden. Een piloot heb je niet binnen twee maanden opgeleid en je moet ze uit de operatie halen om ze op te leiden. Dat is een heel proces. Dat zijn beroepen die je niet zomaar kunt vullen.’
Radstake: ‘Jullie hebben een voordeel als het gaat om luchtvaart-gerelateerde beroepen, dat hebben we niet in de reissector. Uit ons onderzoek met Reiswerk blijkt dat slechts een klein percentage van de mensen dat niet in de sector werkt, bereid is om in de reissector te gaan werken.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Waar ligt dat aan?
Radstake: ‘Aan de uitstraling, die niet goed is. Arbeidsvoorwaarden en loopbaanontwikkeling worden niet positief gezien. De scholen voor luchtvaartdienstverlening zitten vol, maar de scholen voor de reissector stromen leeg. Waar er vroeger zes startende klassen per jaar waren bij sommige ROC’s, kunnen ze er nu amper één vullen. Vroeger hadden ze tweehonderd-plus startende studenten bij sommige toeristische Hogescholen, nu zijn dat er nog amper veertig.
Het wordt een grote uitdaging om in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel binnen te krijgen, maar ook om überhaupt voldoende personeel te vinden. We zijn natuurlijk een internationale sector. Hoe de overheid omgaat met het faciliteren van buitenlandse studenten, die ook van belang zijn voor de reissector, is slecht voor ons als reissector. De beperkingen die daarop worden gezet, helpen ons niet. Ik hoop dat de overheid snel weer openstaat voor de buitenwereld. Dat geldt ook voor het faciliteren van niet-Nederlandse studenten op mbo’s en hbo’s.’
Goossen: ‘Bij TUI lukt het juist om, daar waar we voorheen alleen toerisme-studenten binnenhaalden, nu ook studenten van andere studierichtingen aan te trekken. Zowel voor functies die meer theoretische kennis vragen als voor functies met praktische kennis, zoals binnen de reisbureaus. We zien veel herintreders uit andere sectoren. Het probleem is echter dat het verloop groot is. Jongere generaties willen niet meer fulltime werken en denken na een jaar of twee dat ze uitgeleerd zijn. Ze willen na twee jaar alweer doorgroeien en iets anders doen, vooral op het niveau van de reisbureaumedewerkers. Ze vinden het werk op het reisbureau druk, veelomvattend, hebben wat meer moeite met werken op zaterdag en koopavonden. Een aantal verlaat de branche weer. Grappig genoeg komen velen ook weer terug, soms na in andere sectoren, zoals de makelaardij, te hebben gewerkt. Die nieuwe generatie is cruciaal voor de toekomst. Die generatie zal niet meer tien of vijftien jaar hetzelfde werk blijven doen, dus we moeten ze blijven boeien en doorgroeimogelijkheden bieden, zowel nationaal als internationaal. Binnen de reisbureaus hebben we gelukkig ook nog steeds collega’s die een loopbaan van 45 jaar TUI hebben. Ook die mensen koesteren we, want zij hebben letterlijk de hele wereld gezien dankzij alle studiereizen en eigen ervaring. In de reisbureaus gaat het erom dat we de jongere generatie verbinden met de oudere. ‘The best of both worlds.’ De jongeren vragen ChatGPT om informatie, terwijl de ouderen zeggen: ‘ik ben er echt geweest en weet wat er te vinden is’. Als je dat kunt combineren, heb je een sterk team.’
Koppen: ‘Wij hebben weinig problemen met het vinden van collega’s. Uiteindelijk is de reiswereld toch echt het leukste om in te werken. We hebben veel collega’s die elders meer kunnen verdienen. Soms doen ze dat ook, maar eerlijk gezegd: ik kan me niet voorstellen dat het ergens leuker is dan in de reisbranche.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Is het een taak voor de ANVR om een branchecampagne op te zetten om de reiswereld aantrekkelijker te maken?
Radstake: ‘Nee, dat doen we niet vanuit de ANVR, maar wel al jaren in samenwerking met de vakbonden binnen Reiswerk. We zijn druk bezig om dat verder te ontwikkelen.’
Koppen: ‘Zou het niet ook vanuit de ANVR kunnen?’
Radstake: ‘Het kan natuurlijk wel, maar we zouden daarvoor dan geld moeten ophalen bij de leden. En Reiswerk richt zich natuurlijk al op arbeidsmarktcampagnes.’
Gussen: ‘Het zou zonde zijn van het geld als je met een aparte campagne komt. Ik denk dat toeristische bedrijven zich vooral moeten concentreren op het zijn van aantrekkelijke werkgevers. Je kunt als brancheorganisatie nooit een grote campagne voeren die het verschil maakt. Het zouden maar speldenprikjes zijn.’
Laten we vooruitkijken. Wat verwachten jullie van volgend jaar?
Koppen: ‘We gaan uit van een mooi jaar, maar ik moet zeggen dat ik dit jaar moeilijker vind in te schatten dan vorig jaar. Nu zijn er veel onzekerheden, zoals de oorlog in het Midden-Oosten en de situatie in Oekraïne. Het reisklimaat staat onder druk en een grote oorlog kan de reisbereidheid beïnvloeden. Toch zetten we in op flexibiliteit, zodat we kunnen opschalen of afschalen, afhankelijk van wat er gebeurt. Onze doelstelling is minimaal 10 procent groei en ik hoop natuurlijk op 15 of 20 procent.’
Gerressen: ‘Het is lastig te voorspellen, vooral door de geopolitieke spanningen. Als die niet verder escaleren, denk ik dat we een prima jaar tegemoet gaan. Er zal wel wat druk op de prijzen zijn, vooral in andere markten, maar in Nederland verwacht ik dat het redelijk goed zal blijven. Als ik naar de inkomsten kijk, verwacht ik een goed jaar. Aan de kostenkant is er echter meer spanning, door stijgende salariskosten en luchthavenheffingen. Met de cao die is afgesproken, heeft iedereen een fijne verhoging, maar dat zorgt wel voor een hoge kostenpost. Aan de zakelijke kant zien we ook nog steeds groei. Er wordt vaak gezegd dat zakenreizen niet volledig terugkomen, maar dat herken ik niet. Business komt wel gestaag terug, hoewel het niet zo snel is gegaan als leisure. Qua omzet zitten we ver boven het niveau van 2019, maar qua aantal passagiers nog eronder, mede door minder capaciteit.’
Gussen: ‘Het afgelopen jaar hadden we een gunstig hoogseizoen dankzij het slechte weer. Voor volgend jaar hoop ik weer op slecht weer, maar we richten ons vooral op onze first-minute strategie. We willen klanten eerder binnenhalen en minder afhankelijk zijn van last-minutes. Als het vanaf mei fantastisch weer is, dan hebben we namelijk een omgekeerde uitdaging. In het hoogseizoen is er beddendruk, dus we moeten klanten overtuigen om vroeg te boeken, voor de beste prijs en beschikbaarheid. We beginnen nog eerder met onze campagnes en bieden meer incentives om op tijd te boeken. Ons zomerprogramma is nu al voor 90 procent live.’
Goossen: ‘We hebben veel geleerd van de coronatijd. Hoe dan ook, de klant wil reizen. Het is aan ons om dat te blijven realiseren en de klant centraal te stellen. Reizen moet toegankelijk blijven. Ik ben het eens met Dick, het oude vertrouwde last-minute model werkt niet meer. Mensen die hopen op dezelfde prijzen als twee jaar geleden, komen van een koude kermis thuis. Bij TUI verwachten we ook een goed jaar. We hebben natuurlijk de kracht van een enorm sterke TUI Group achter ons, waar continu veranderingen en innovaties worden doorgevoerd. Die helpen ons om die groei te kunnen blijven realiseren en de klant nóg persoonlijker, nóg beter te kunnen helpen en voorzien van prachtige reizen. We worden efficiënter, we gaan technologie nog meer omarmen, maar we blijven ook een people business en die combinatie maakt ons sterk.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Martron: ‘Wij zijn afhankelijk van het succes van de touroperators en reisbureaus. Ik heb veel vertrouwen in de groei van KLM Holidays en de reisbureaus blijven me verbazen met hun jaarlijkse groei. Ons doel is om de airlines te managen, want alle luchtvaartmaatschappijen zeggen dat ze willen groeien, maar dat is natuurlijk niet altijd mogelijk. Daarnaast willen we ons aandeel in New Distribution Capability (NDC) vergroten en dat beter faciliteren voor reisagenten en touroperators. We streven naar 5 procent groei volgend jaar. We moeten groeien, want de kosten blijven ook stijgen.’
Frank, wil jij afsluiten met jouw helikopterview?
Radstake: ‘Wat ik nog wil zeggen: de politieke ontwikkelingen bemoeilijken het reizen. We zien meer grenscontroles, uitvragen van onnodige data en landen die weer visa invoeren. Het sentiment om vrij verkeer te beperken, groeit. Dat is iets waar wij als reissector tegen zijn. Wij verwachten niet dat dat snel verdwijnt, want we krijgen alleen maar meer signalen dat overheden het reizen moeilijker maken. Wij staan voor vrije mobiliteit. Daarnaast is de richtlijn voor pakketreizen in volle ontwikkeling. Zoals de richtlijn wordt herzien, wordt de verantwoordelijkheid voor risico’s, zoals persoonlijk molest steeds meer bij touroperators en reisagenten gelegd. Dit maakt het steeds onaantrekkelijker om touroperator of reisagent te zijn. Ik maak me minder zorgen of de klant ons weet te vinden, maar wel of wij nog bereid zijn om het risico te nemen om de klant te faciliteren. De ketenaansprakelijkheid gaat echt veel verder dan je denkt. Daarnaast speelt er een herziening van de passagiersrechtenverordeningen, waarbij reisagenten, zowel zakelijk als leisure, worden achtergesteld ten opzichte van de airlines. Bas en ik zijn het over veel eens geweest vanavond, maar over de herziening van de passagiersrechten vast niet. Het wordt moeilijker voor een reisagent een los ticket te verkopen dan voor een airline en dat is echt niet in het belang van de consument. Ook de Green Claims Directive gaat verder in de herziening. We weten niet precies wat de nieuwe Europese Commissie gaat doen, maar als ze de lijn van nu volgen, wordt het steeds moeilijker om te vertellen welke inspanningen je doet om tot een duurzamer product te komen. Ik vind dat er een potentiële gure wind lijkt te waaien voor 2025, vooral vanuit Brussel. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat de uitkomsten zo gunstig mogelijk zijn voor touroperators en reizend Nederland. Daarbij willen we natuurlijk ook samenwerken met onze airline-partners. 2025 lijkt een ‘perfect storm’, waarin alles tegelijk op ons afkomt.’
Dit artikel komt uit de Top 50 van 2024. Lees hieronder de volledige editie gratis online.