Ik was ongelukkig in Laos en dacht: ‘Als ik mezelf op een leuk T-shirt trakteer, komt het snel goed.’ Ik koos een zwart T-shirt met een witte Laotiaanse tekst, geen idee wat het betekende.
Het wonder gebeurde. Aan de oevers van de Mekong begon elke ober te stralen als ik zijn terras opkwam, wijzend op mijn T-shirt. ‘Hoezo?’, vroeg ik herhaaldelijk. Maar verder dan een ondoorgrondelijk sensuele grijns kwam het nooit. Ik dacht: als je zo’n T-shirt aantrekt is het naïef om naar de betekenis te vragen. Koester het geheim.
Elke dag trok ik het Wondershirt aan, haalde het ’s avonds even door een emmer lauw water, en ging de volgende dag weer vol zelfvertrouwen de straat op.
Na twee prachtige weken vertrok ik naar Thailand, gehuld in het Wondershirt. Laotiaans schrift is nauw verwant aan het Thaise, dus waarom zou het Wondershirt ook in Thailand niet zijn heilzame uitwerking hebben? In de bars van Chiang Mai keken de Thaise obers met gefronste wenkbrauwen naar mijn shirt en knalden het bier voor me neer.
Ik maakte me zorgen. Misschien stond er wel ‘Fuck Boeddha’ op mijn T-shirt. Of: ‘Elke Thaise ober is een oplichter.’
In het steegje achter de bar bekeek een Thaise vrouw met grote ogen mijn T-shirt. Ik vroeg: ‘Help me. Wat betekent de tekst?’
Ze keek me doordringend aan. Kraste met vier nagels over mijn borstkast en zei: ‘That means… I am a tiger!’
Zij was geen taalkundige, zoveel was duidelijk.