
Schiphol beperkt het aantal reizigers dat in de meivakantie in de ochtend vanaf de luchthaven vliegt met 5 procent.
Hiermee wil Schiphol het risico verminderen op onacceptabele vertragingen voor reizigers bij check-in, de veiligheidscontrole en de paspoortcontrole.
Dit betekent dat er 5 procent minder stoelen geboekt kunnen worden, meldt Schiphol dinsdag.
Schiphol breidt het aantal reizigers dat vanaf eind maart kan vertrekken stapsgewijs verder uit. Het gemiddeld aantal dagelijks vertrekkende passagiers stijgt met 65 procent; van 40.000 in de afgelopen winterperiode naar 66.000 in de meivakantie.
Op piekdagen in de meivakantie zal het aantal vertrekkende reizigers ruim boven de 70.000 liggen. Daarom meent Schiphol dat een verlichting van 5 procent van de drukke ochtendpiek nodig is.
Het aantal passagiers dat vanaf Schiphol kan vertrekken, ligt 14 procent hoger dan het aantal reizigers dat in de meivakantie 2022 (gemiddeld 58.000 reizigers) vertrok en net onder de cijfers van 2019, pre-covid, toen gemiddeld 72.000 reizigers per dag vertrokken.
Vanwege het onverwachte snelle herstel van het vliegverkeer na de coronacrisis kampte Schiphol, maar ook andere luchthavens, vorig jaar met grote problemen in de uitvoerende organisatie. Zo was er een groot tekort aan medewerkers bij de beveiliging en bagageafhandeling.
Dat leidde tot lange wachtrijen bij de incheckbalies en douane. Vertrekkende passagiers stonden op drukke dagen zelfs buiten de vertrekhal in de rij.
Veel passagiers misten hun vlucht, mede doordat hun bagage niet op tijd aan boord kon worden gebracht.
De chaos in (vooral) de meivakantie en zomervakantie heeft de luchthaven vorig jaar 120 miljoen euro gekost, meldde Schiphol vorige week bij de bekendmaking van de jaarcijfers over boekjaar 2022. In dat ‘slechte jaar 2022’ noteerde Schiphol een verlies van 77 miljoen euro. (Archieffoto TravMagazine).