
De ANVR is op zich niet tegen een vliegtaks of een verhoging daarvan, zolang de opbrengst ervan maar ten goede komt aan de verduurzaming van de luchtvaart.
Dat zegt ANVR-directeur Frank Oostdam in reactie op de aangekondigde verhoging van de vliegtaks met ingang van 1 januari. De vliegbelasting gaat van 8 euro naar 28,50 euro.
In mei dit jaar was nog sprake van een verhoging naar 24 euro met ingang van het nieuwe jaar.
De belangrijkste kritiek van Oostdam is dat de belasting, met een geschatte opbrengst van 600 miljoen euro per jaar, in de algemene middelen dreigt te verdwijnen.
Een ander kritiekpunt is dat de vliegtaks alleen geldt voor passagiers die vanaf een Nederlandse luchthaven vertrekken. De belasting geldt niet voor transferpassagiers. Ook het vrachtvervoer, vaak uitgevoerd met de meest vervuilende toestellen, wordt uitgesloten van de belasting.
Oostdam: ‘Als de opbrengst van de vliegtaks niet wordt besteed aan verduurzaming van de luchtvaart is het gewoon een ordinaire belastingverhoging. Dat de onderliggende kosten van vliegen in de ticketprijs tot uiting komen, is helder. Maar als de opbrengst niet wordt besteed aan verdere verduurzaming is dat een gemiste kans.’
Naast de vliegtaks zijn er andere maatregelen die voor een verhoging van de ticketprijs zorgen, zoals het verplicht bijmengen van duurzame vliegtuigbrandstof (SAF).
Daarnaast moeten airlines op termijn geld uittrekken voor een emissiehandelssysteem om hun uitstoot te beperken, een idee uit het klimaatplan ‘Fit for 55’ van Frans Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie.