Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft onder druk van de Europese Commissie haar standpunt over luchtvaartvouchers herzien.
Dat schrijft de minister donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Zij heeft haar eerdere aanwijzing aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om tot en met 30 juni niet te handhaven op verplichting tot terugbetaling binnen zeven dagen, ingetrokken. Hiermee krijgen consumenten die een los vliegticket hadden gekocht, nadrukkelijker de mogelijkheid in plaats van een voucher hun geld terug te vragen.
Business as usual
ANVR-voorman Frank Oostdam zegt desgevraagd de brief ‘met verbazing’ gelezen te hebben. Tegelijk zegt hij dat de achterban van de ANVR zich niet ongerust hoeft te maken: ‘Voor de voucher van SGR en ANVR is het business as usual. Deze voldoet aan de eisen die de Europese Commissie eerder heeft gesteld, namelijk de klant heeft een keuze en de voucher is robuust en aantrekkelijk, omdat hij wordt gegarandeerd door SGR. Hij is alleen niet overdraagbaar. Ik ben ervan overtuigd dat wij hiermee voldoen aan de aanbevelingen van de Europese Commissie.’
Op 30 maart gaf de minister de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een aanwijzing om tot en met 30 juni niet te handhaven op de verplichting tot terugbetaling binnen zeven dagen op geannuleerde losse vliegtickets. Het recht op terugbetaling veranderde daarmee niet, maar met de aanwijzing wilde de minister de druk op de liquiditeitspositie van luchtvaartmaatschappijen verminderen, en daarmee faillissementen helpen voorkomen.
‘Daar is immers niemand bij gebaat, en zeker niet de passagier die op het moment van een faillissement nog geen terugbetaling heeft ontvangen. Die passagier staat dan waarschijnlijk met lege handen/’, stelde de minister op 30 maart.
De Europese Commissie liet gisteren weten dat passagiers altijd de keuze moeten krijgen tussen een vliegvoucher en terugbetaling binnen zeven dagen. Lidstaten kunnen een brief van de commissie verwachten waarin wordt gevraagd hoe lidstaten de aanbevelingen gaan overnemen.
De minister heeft daarom haar mening herzien, zo laat zij donderdag weten. ‘Vanwege het standpunt van de Europese Commissie heb ik besloten om de aanwijzing aan de ILT in te trekken.’
Om passagiers te overtuigen om vouchers te accepteren, kunnen die volgens de Europse Commissie aantrekkelijker worden gemaakt. De minister: ‘Ik steun de aanbeveling om vouchers aantrekkelijk te maken en heb daarop reeds bij luchtvaartmaatschappijen aangedrongen. De Commissie doet een aantal aanbevelingen met betrekking tot de waarde van een voucher, de looptijd, de flexibiliteit/overdraagbaarheid en de garantie op terugbetaling. De Commissie houdt daarnaast vast aan de terugbetalingstermijn van zeven dagen, zoals die is vastgelegd in de verordening.’
Van Nieuwenhuizen herhaalt dat ze acceptatie van de voucher blijft aanbevelen. ‘Voorts blijf ik vanwege de uitzonderlijke situatie die is ontstaan vanwege Covid-19 een beroep doen op passagiers om, indien het voor hen financieel niet bezwaarlijk is, de vouchers die luchtvaartmaatschappijen aanbieden te accepteren. Ten slotte onderstreept de Commissie in de aanbevelingen het belang van een garantie op de vouchers. Ik blijf mij daarom inzetten voor een Europees garantiefonds.’
Gotspe
Die laatste opmerking noemt Frank Oostdam ‘een gotspe’. ‘Hiermee maakt de minister opnieuw een draai, terwijl ze weet dat zoiets in Europees verband niet van de grond zal komen. Wat weerhoudt de minmister ervan om in Nederland met een garantiefonds voor vliegtickets te beginnen? Het plan hiervoor, dat ANVR, ANWB, Consumentenbond en SGR hebben voorgesteld, is al klaar.’ (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat).