Het beleid voor Schiphol richt zich vooral op de zakelijke passagier, terwijl twee derde van de passagiers bestaat uit vakantiegangers. Leisure passagiers zijn daarmee veel belangrijker voor Schiphol dan beleidsmakers aannemen.
Een strikte scheiding tussen zakelijk verkeer en leisure vervoer is daarom niet langer vol te houden. Dat is de conclusie van een studie van economisch onderzoeksbureau SEO in opdracht van de ANVR, dat vrijdag verschijnt. Volgens NRC, dat al enkele conclusies publiceerde, staat de uitkomst haaks op het huidige beleid voor de luchtvaart, waarbij vakantievluchten minder belangrijk voor de economie worden geacht. De schaarse ruimte op Schiphol moet bij voorkeur worden toegekend aan vluchten naar zakelijke en intercontinentale bestemmingen, zo is de geldende redenatie. Dit selectiviteitsbeleid, dat in 2008 is bedacht, is de afgelopen tien jaar nauwelijks uitgevoerd door de groei van lowcost carriers op Schiphol. Anders dan netwerkmaatschappijen als KLM, die veel transferpassagiers vervoeren, voeren maatschappijen als EasyJet vanaf Schiphol point-to-point vluchten uit.
Achterhaald
Volgens de onderzoekers is het onderscheid tussen deze twee soorten airlines achterhaald. Het aantal leisure passagiers is sterk gegroeid op de nationale luchthaven. Het aantal verdubbelde van 24 miljoen in 2000 naar 48 miljoen in 2018.
Het aantal zakelijke passagiers groeide veel minder hard: van 16 miljoen in 2000 naar 23 miljoen in 2018. Twee van de drie passagiers is nu leisure passagier. Vluchten van netwerkmaatschappijen zijn voor 65 procent gevuld met vrijetijdspassagiers.
Het is daarom volgens SEO niet vol te houden dat alleen het zakelijke verkeer bijdraagt aan het netwerk van Schiphol, dat 327 directe bestemmingen heeft.
Daarnaast concludeert het onderzoeksbureau dat leisure-passagiers veel bijdragen aan de Nederlandse economie. Van de 2,7 miljard euro die netwerkmaatschappijen jaarlijks bijdragen aan de economie komt de helft van vrijetijdspassagiers. Bij point-to-point carriers gaat het om 1,3 miljard van in totaal 1,7 miljard euro.
ANVR-voorman Frank Oostdam is blij met de uitkomst van de studie. ‘Dit tekent de emancipatie van het vrijetijdsverkeer op Schiphol. Het laat zien dat vakantievluchten wel degelijk hoogwaardig zijn.’
Wat Oostdam betreft, moet het selectiviteitsbeleid worden herzien. Voor de groei van Schiphol is duurzaamheid als criterium belangrijker dan het onderscheid tussen zakelijk- en leisure-vervoer.
Het onderscheid tussen zakelijk en leisure is belangrijk voor de groei van Lelystad Airport. Omdat Schiphol aan zijn plafond zit van 500.000 vliegbewegingen per jaar, moeten vakantievluchten worden overgeheveld naar Lelystad om op Schiphol ruimte te creëren, vooral voor zakelijke vluchten en transfer-verkeer.