Een artikel van de website Follow the Money, onder de titel ‘Schiphol matst overstappers en jij betaalt de rekening’ is momenteel trending topic op social media in de reiswereld.
De kern van het verhaal, kort door de bocht: Schiphol houdt zijn havengelden laag en faciliteert daarmee de airlines die op Schiphol vliegen, iets waar vooral KLM en haar transferpassagiers van profiteren. ANVR-voorman Frank Oostdam zegt zich in de rode draad van het verhaal te kunnen vinden.
Volgens Follow the Money verdient Schiphol erg weinig aan zijn luchtvaartactiviteiten en wordt er zelfs verlies op gemaakt. Dat wordt opgevangen door de goede resultaten van de drie andere onderdelen van het bedrijfsmodel: Consumer Products & Services (CPS), Schiphol Real Estate (SRE) en Alliances & Participations.
Zo boekte Consumer Products & Services in 2018 een resultaat van 209 miljoen euro op een omzet van 338 miljoen. Dat is een winstpercentage van ruim 60 procent, aldus FTM.
De website concludeert, populair gezegd, dat het geld wordt verdiend met de verkoop van dure broodjes, parkeren en verhuur van kantoorruimte.
Het geld wordt gestoken in het faciliteren van de transferluchtvaart, schrijft Follow the Money. ‘Buitenlandse transferpassagiers dragen juist heel weinig bij aan de geldstroom vanuit de commerciële activiteiten van Schiphol, maar profiteren daar dankzij de lagere havengelden wel van.’
Een voorbeeld is de vliegtax, die vanaf 2021 weer wordt ingevoerd. Elke passagier betaalt een bijdrage van 7,50 euro. Maar transferpassagiers zijn van deze maatregel uitgezonderd.
Daarnaast heeft Schiphol veel geïnvesteerd in een state of the art bagage-afhandelingssysteem, waar opnieuw vooral transferpassagiers van profiteren. De kosten worden via de passenger service charges doorberekend aan alle passagiers op de luchthaven, ook als die geen koffer meenemen, zoals citytrippers of zakenreizigers die alleen met handbagage reizen.
Ook de stap van de Nederlandse overheid, die vorig jaar voor 750 miljoen euro een belang van 14 procent in Air France-KLM verwierf, is volgens Follow the Money vooral ingegeven door de angst dat Air France een aantal lucratieve intercontinentale bestemmingen van Schiphol naar Parijs zou overhevelen. De investering was bedoeld om de transferpassagier aan Schiphol te binden.
Economie
Volgens Schiphol is dit transfermodel niettemin erg goed voor de Nederlandse economie, zegt een woordvoerder tegen Follow the Money. ‘Transferpassagiers dragen bij aan het rijke netwerk van bestemmingen en daarmee aan de verbondenheid van Nederland met de wereld. Hun bijdrage is dat door hen bepaalde routes rendabel zijn, waardoor die routes er zijn en blijven bestaan en Nederland verbonden is met een grote hoeveelheid economische centra.’
Toch worden er volgens FTM ook steeds meer vraagtekens gezet bij dit luchtvaartbeleid. ‘De transferpassagiers leveren immers amper inkomsten op, terwijl ze wel schaarse ruimte op Schiphol en in het Nederlandse luchtruim innemen.’
Tegenover TravMagazine onderstreept een woordvoerder van Schiphol deze bewering. ‘Transferpassagiers dragen inderdaad bij aan het rijke netwerk van bestemmingen en daarmee aan de verbondenheid van Nederland met de wereld.’
Hij verwijst naar een rapport uit 2015, waarin het economisch belang van de hubfunctie van Schiphol wordt aangetoond.
Point-to-point
ANVR-voorman Frank Oostdam zegt in een reactie tegen TravMagazine dat hij zich in de rode draad van het verhaal van Follow the Money kan vinden. ‘Het huidige bedrijfsmodel van de Nederlandse luchtvaart is toegesneden op de coalitie KLM-Schiphol en hun aandacht voor transfervervoer, maar de markt verandert. Kijk ook eens naar point-to-point vervoer. We gaan hier in het luchtvaartoverleg voor de nieuwe Luchtvaartnota 2020-2050 nadrukkelijk aandacht voor vragen. We hebben een hybride model nodig, waarbij point-to-point vervoer wordt gecombineerd met transfervervoer. De focus van de luchtvaart ligt nu op transfervervoer, maar dat is een focus op het verleden.’
‘De geest van het artikel is ook dat we niet meer moeten denken in hokjes en in tegenstellingen en dat vinden wij ook. Zo ben ik ervan overtuigd dat business en leisure, transfer en point to point niet tegengesteld aan elkaar zijn, maar elkaar versterken.’
In zijn nieuwsjaarspeech stelde Oostdam al dat de leisure-passagier wordt gediscrimineerd. Die opmerking herhaalt hij nog eens in andere bewoordingen. ‘Het lijkt erop dat de vakantieganger zelfs van minder belang is dan een vracht bloembollen of aardappelen. We moeten af van die selectiviteit en ons met nieuw beleid op de toekomst richten.’
In een reactie op de woorden van Oostdam zegt de woordvoerder van Schiphol: ‘De toegevoegde waarde van de bestemming is wat ons betreft leidend. Het is belangrijk dat Nederland zich verbindt met de rest van de wereld. Verschillende typen reizigers en vracht dragen bij aan dat netwerk van bestemmingen, dat door verschillende luchtvaartmaatschappijen wordt gevlogen.’
Kees Bikker zegt
Transfervervoer wordt mede in stand gehouden door tickets met overstap (veel) goedkoper in de markt te gooien dan tickets op een directe vlucht. Als je het product-technisch bekijkt dan is een directe vlucht een beter product, dus duurder. Maar je maakt mij niet wijs dat je als airline geld verdient wanneer je een pax eerst naar Toronto laat vliegen en dan naar New York voor maar 576 euro, terwijl KLM voor een non-stop vlucht 800 euro vraagt (bron: Farefinder reizen van 9 tot 16 februari). Luchtvervoerders zijn zo bezig om nodeloos vluchten en netwerken in stand te houden. Alleen al omwille van het milieu zouden mensen moeten worden gestimuleerd en gefaciliteerd om non-stop te reizen, waar dat mogelijk is. Jammer dat Schiphol juist van deze handel zo afhankelijk is in haar verdienmodel.