De familie Ter Haar gaat vooralsnog niet in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank vandaag. Die wees de vordering van de oud-OAD-eigenaren op de Rabobank van 65 miljoen euro af. De reden: aandeelhouders kunnen dergelijke claims niet indienen, dat moet het bedrijf zelf doen. In dit geval zijn dat de curatoren.
Volgens woordvoerder Jan Driessen van de familie is er nog geen beslissing genomen over een eventueel hoger beroep. ‘Wij gaan nu doen wat de uitspraak zegt, namelijk een gesprek voeren met de curatoren over deze kwestie. Pas daarna wordt een beslissing genomen over verdere stappen.’
De familie Ter Haar vindt het teleurstellend dat de rechtbank de vordering ‘op strikt formele gronden’ afwijst en doorschuift naar de curatoren. ‘De rechtbank komt daardoor helaas niet toe aan een inhoudelijk oordeel. Dat is niet alleen jammer maar ook een gemiste kans’, aldus de aandeelhouders van OAD.
De familie Ter Haar verwijt de Rabobank dat zij door het opzeggen van het bankkrediet, het faillissement van OAD in de hand heeft gewerkt. Hun aandelen zijn daardoor niets meer waard en daarvoor willen zij een vergoeding zien van de voormalige huisbankier.
ak.travsurvey zegt
Famlie Ter Haar wil gesprek met curatoren.
“Communicatie rond rechtszaak aandeelhouders oud OAD versus RABO.”
De wijze waarop de familie Ter Haar nog vóór het proces tegen RABOBANK echt begonnen was de publiciteit zocht is slecht voor nieuw OAD en slecht voor het IMAGO van de Nederlandse reisbranche.
In ondermeer TravelPro, Telegraaf en TravMagazine leek de RABOBANK al te zijn veroordeeld.
Dat in het voortraject van deze rechtsgang een verzoek van voormalig bestuurders OAD bij rechter-commissaris tot inzage in administratie failliete vennootschap op 19 juni werd afgewezen en dat deze afwijzing ook op 14 juli in hoger beroep bij Rechtbank Overijssel te Almelo werd bevestigd kreeg in die publiciteit niet de aandacht die het zou behoren te krijgen.
In het verlengde van betreffende uitspraak in hoger beroep kan de uitspraak van 4 november geen verrassing zijn. Consistent met de eerdere uitspraak werd bepaald dat niet de familie Ter Haar een belang heeft. Alleen de curatoren van OAD kunnen een eventuele vordering tegen RABO instellen. Hoger beroep lijkt dan ook op voorhand een zinloos vervolgtraject.
Het is opmerkelijk dat woordvoerder familie ter Haar na afwijzing van de vordering stelt dat de familie Ter Haar gesprek wil met OAD curatoren. Daar waar de curatoren bij de eerder aangehaalde rechtszaak in hoger beroep duidelijk aangegeven hebben dat zij geen belang hadden bij “het voor de voeten lopen” door de voormalig OAD bestuurders middels een procedure tegen RABO, lijkt het voornemen om nu met de curatoren te gaan praten ons inziens een kansloze optie.
Overigens wat is de bedoeling van het gesprek. OAD aandeelhouders diende een vordering van € 65 miljoen in omdat hun aandelen door het faillissement (dat zij zelf aangevraagd hadden) niets meer waard waren. Daarbij volledig voorbijgaand aan het feit dat er door dat faillissement voor ca € 100 miljoen aan schade binnen de reiswereld veroorzaakt werd. Dat niet de voormalig aandeelhouders maar de curatoren het recht hebben om INDIEN DAAR AANLEIDING VOOR IS een vordering bij RABO in te dienen ten faveure van de boedel is dan ook volstrekt begrijpelijk.
Dat direct na de uitspraak van de rechtbank door / namens de familie Ter Haar wederom (ons inziens weinig doordacht) publiciteit bedreven werd stoort in ernstige mate. Een pleidooi voor een rechtszaak behoort in rechtszaal gevoerd te worden en niet voor en na de rechtzaak in de media! Voormalige bestuurders van OAD hadden het recht om te spreken totdat zij ZELF het faillissement aanvroegen. Daarna was het aan de curatoren! De vraag die opkomt is bovendien: “Hebben de bestuurders van OAD in de periode leidend tot de faillissementsaanvraag, toen zij nog bestuursmacht hadden wel voldoende én duidelijk in het belang van de OAD vennootschappen gecommuniceerd (met ondermeer RABO) en gehandeld? Ons inziens is in dit verband de stellingname ter rechtzitting van advocaat RABO ,,De familie Ter Haar probeert de geschiedenis in haar voordeel te herschrijven door feiten onjuist en onvolledig weer te geven.” veelzeggend.
In plaats van de vermoorde onschuld te spelen zou enige zelfreflectie de familie ter Haar sieren. De vraag is of het debacle van oud OAD in de reisbranche uiteindelijk was toe te schrijven aan teveel aan daadkracht van de bank of dat de tweede generatie ter Haar eenvoudigweg te weinig daadkracht heeft getoond? Vraag aan familie ter Haar en de curatoren:
Moeten we de fout bij RABO zoeken of was het mismanagement van de tweede generatie ter Haar? Hebben de OAD bestuurders bewust op faillissement aangestuurd en de rekening bij medewerkers, SGR en toeleveranciers neergelegd?
Van curatoren OAD kan worden verwacht dat zij naast de handelwijze van de RABO ook die van de voormalig bestuurders OAD tegen het licht zullen houden voordat zij tot enige vordering tegen RABO (óf tegen voormalig OAD bestuurders) zullen overgaan.
In plaats van in eerherstel lijkt deze spraakmakende rechtszaak en de publicitaire acties daaromheen weleens te kunnen gaan eindigen in nog meer afbreuk aan het respect dat er in brede kring bestond voor wat door de eerste generatie ter Haar in het verleden tot stand is gebracht.
Tenslotte:
De publiciteit rond de rechtszaak is slecht voor de reisbranche en zeer schadelijk voor reisorganisatie OAD. De familie Ter Haar en met name haar woordvoerder dhr Jan Driessen zou daar eens over moeten nadenken alvorens een beslissing genomen wordt over verdere stappen. Advies aan de heer Jan Driessen: Kom met de familie Ter Haar tot het besef dat het met het aanvragen van het faillissement “Over en Uit !!!” was.
A. Kester
TravOrgObserver @TravSurvey_NL
Reiziger – Consument
5-11-2015