Platforms als Airbnb vormen een steeds grotere concurrentie voor hotels. Het overnachten in particuliere woningen wint aan populariteit en het aantal geboekte overnachtingen groeit veel sneller dan hotelovernachtingen, blijkt uit onderzoek van ING.
Reizigers brengen jaarlijks 30 miljoen nachten door in hotels en dit aantal neemt licht toe. Toch is de verwachting dat in 2018 ongeveer 10 miljoen overnachtingen geboekt zullen worden bij particuliere aanbieders van woningen door toenemend aanbod en bekendheid. Dit vormt voornamelijk een bedreiging voor kleine toeristenhotels.
‘De huidige dominante positie van hotels in de markt voor overnachtingen is vanwege de opkomst van de deeleconomie minder vanzelfsprekend. Hotels zijn echter ook in staat om te profiteren: door hun eigen unieke dienstenaanbod en door slimme samenwerkingsverbanden af te sluiten die meeliften op de groei van de deeleconomie’, stelt Jan van der Doelen, ING Sectormanager Bouw, Vastgoed en Hotellerie.
Amsterdam leidt
Ongeveer 1 procent van de Nederlanders heeft al eens een slaapplaats aangeboden aan onbekende reizigers en 6 procent is hiertoe bereid. Vooral in Amsterdam is het aanbod groot. Eenduidige regelgeving verkleint de barrières voor zowel gasten als verhuurders. Tot voor kort was het verhuren van woningen aan reizigers een grijs gebied, maar sinds de Belastingdienst en de gemeenten meer bovenop het innen van toeristen- en inkomstenbelasting zit, is de situatie veranderd. Dit betekent meer vertrouwen onder verhuurder en huurder, en daarnaast meer concurrentie voor hotels.