
Vanaf 1 november 2025 mag Schiphol nog maximaal 478.000 vluchten per jaar verwerken. Wat vinden airlines, Schiphol, de ANVR, Brussel en milieuorganisaties van het besluit?
Schiphol zelf noemt het besluit ‘praktisch uitvoerbaar’ en benadrukt dat de hubfunctie behouden blijft.
Onnodig
Een woordvoerder laat namens Transavia desgevraagd weten: ‘Transavia is groot voorstander is van ‘schoner, stiller en zuiniger’ vliegen. Wij investeren meer dan 2 miljard euro in een moderne, stillere en schonere vloot. Dat zorgt ervoor dat -de door de overheid gestelde geluidsdoelen- ruimschoots worden gehaald. Het Ministerie van I&W heeft slechts een deel van de vlootvernieuwing meegenomen in haar berekeningen. Dus Schiphol laten krimpen door minder vluchten toe te staan, is onnodig. Wij geloven dat de maatregelen die de sector neemt, de juiste zijn op weg naar het behoud van toekomstperspectief voor de luchtvaartsector, in balans met de omgeving.’
Nauwelijks hoorbaar
Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV) kijkt heel anders naar ‘minder vluchten’. De organisatie schrijft: ‘Met de aankondiging van minister Madlener, dat Schiphol vanaf 2028 weer mag groeien, worden de belangen van de omwonenden wederom ondergeschikt gemaakt aan die van de luchtvaartsector en wordt het vertrouwen in de overheid opnieuw geschaad. Waar eerder werd gesproken over krimp van het vliegverkeer en vermindering van hinder, lijkt nu het tegenovergestelde te gebeuren. Onder het mom van ‘stillere vliegtuigen’ wordt groei mogelijk gemaakt — met méér overlast voor omwonenden als gevolg.’ En: ‘De minister stelt dat verdere vlootvernieuwing tot een lagere gemiddelde geluidsbelasting leidt, en dat deze winst deels kan worden ingezet voor groei. Maar voor mensen op de grond is die ‘geluidswinst’ nauwelijks hoorbaar. Een afname van 1 tot 2 decibel is voor het menselijk oor nauwelijks waarneembaar. Toch wordt deze ‘geluidswinst’ gebruikt als legitimatie voor een hoger aantal vluchten. Een pijnlijke paradox: stillere vliegtuigen maken méér lawaai mogelijk.’
Driver’s seat
‘In de capaciteitsdiscussie zijn de luchtvaartmaatschappijen in the lead’, aldus Walter Schut (ANVR). ‘Zij trekken die kar, omdat het voor hen om directe invloed gaat. Wij als ANVR hebben vooral met de indirecte gevolgen te maken: onze leden verkopen pakketreizen, onze leden boeken zakenreizen, en dat is allemaal afhankelijk van de luchtvaart. Dat betekent niet dat het voor ons minder belangrijk is, maar we zijn geen directe contractpartij. We volgen en ondersteunen de airlines in dit proces, ook juridisch als dat nodig is, maar het initiatief ligt nu bij hen. De airlines zitten op dit moment in de driver’s seat.’
In ‘TravMagazine – De Podcast’ praten Theo de Reus, T.J. van Apeldoorn en Arjen Lutgendorff ook over de reacties op de nieuwe plannen van het kabinet.
Beheerste groei
Volgens het kabinet wordt met het besluit een belangrijke stap gezet in het terugdringen van geluidsoverlast. Het geluidsdoel is aangepast zodat vanaf november 2025 ook stillere en nieuwe vliegtuigen meetellen. Als de afgesproken 20% geluidsreductie wordt gehaald en er opnieuw geluidsruimte ontstaat, wordt die verdeeld: de helft voor de luchthaven, de andere helft voor omwonenden. Daarmee ontstaat volgens het kabinet ook ruimte voor beheerste groei in de toekomst.
Internationale relaties op het spel
De BARIN reageerde teleurgesteld op het definitieve besluit en de houding van het kabinet. Volgens de organisatie negeert minister Madlener de kritische opmerkingen van de Raad van State en van Brussel. Ook de Europese Commissie uitte kritiek. In De Telegraaf stelde Filip Cornelis, directeur luchtvaart van de Europese Commissie: ‘Wij hebben onlangs aangegeven in een brief dat Nederland onze opmerkingen ten aanzien van de vernieuwing van de vloot en operationele maatregelen moet adresseren.’ Volgens Cornelis is het formele proces afgerond, maar staat het Brussel vrij een inbreukprocedure te starten als Nederland geen gehoor geeft aan deze zorgen. Eurocommissaris Tzitzikostas (Transport) waarschuwde het kabinet eerder dat het de internationale relaties op het spel zet.