
Als vakantieganger ben ik niet veeleisend, maar ik heb één belangrijke wens: voor een beetje leuke vakantie moet je wel de grens over, naar het buitenland, hoe ver of dichtbij dat ook mag zijn. Anders mis ik het vakantiegevoel.
Smaken verschillen, maar vakantie betekent weg van het alledaagse. Uit een vliegtuig stappen, een nieuwe bestemming ontdekken en het liefst geen Nederlanders tegenkomen. En die heb je in Nederland nu eenmaal volop. Fietsen op de Veluwe, gecombineerd met een culinair herfstarrangement in een lokaal driesterrenhotel doe ik wel als ik bejaard ben.
Ik kan me er ook eindeloos over verbazen dat ‘buitenlanders’ helemaal naar Nederland komen om hier vakantie te vieren. Waarom? In de afgelopen herfstvakantie zag ik op snelwegen weer veel Duitse nummerborden. Terwijl Duitsers zelf het ideale vakantieland hebben, met oude binnensteden, afwisselende natuur en in elk dorp goede restaurants waar je voordelig kunt eten en het bedienend personeel nog ouderwets vriendelijk is.
Oké, toegegeven, als ik zelf op een late zomerse zaterdagmiddag op een terras aan de kust zit, met een zon die langzaam in de Noordzee verdwijnt en een tweede biertje op tafel, dan kan ik me er iets bij voorstellen. Maar verder is Nederland vooral saai. En ik schaam me bijna voor de middelmatige kwaliteit van de Nederlandse horeca, vooral in toeristische regio’s.
Ik vroeg het aan vrienden uit Duitsland, die met hun nieuwe tweedehands camper een weekje door Nederland toerden. Waarom Nederland? Het antwoord was: omdat Nederland dichtbij is, veel kust heeft, leuke kleine steden en er ook voor kinderen veel te doen is. Maar ook zij moesten met schroom bekennen: het eten in Nederland is doro de bank genomen niet al te best. Om het goed te maken, want mijn Duitse vrienden zijn überbeleefd, voegden ze eraan toe dat de meeste Nederlanders erg vriendelijk zijn.
Dat toeristen andere buitenlanden bezoeken, heeft vooral te maken met de wetmatigheid dat je als vakantieganger vooral zoekt wat je thuis niet hebt, net als het gras dat elders altijd groener is. Voor Duitsers is dat de Nederlandse kust, inclusief pannenkoeken van matige kwaliteit en ongeïnteresseerd personeel. Nou is dat laatste een internationaal fenomeen. Ik was ooit in een restaurant in het toeristische centrum van Rome, waar ik voor een bord taaie pasta 35 euro moest neertellen, de matige huiswijn niet meegeteld, en waar de obers uitblonken in het negeren van klanten. Ik voelde me er helemaal thuis.
theo.de.reus@travmedia.nl
Beste Theo, een korte reactie. De vier seizoenen, ondanks de klimaatverandering, geven Nederland een eigen afwisselende kleur. De Hanzesteden, de heide-bos-en weide landschappen zijn onovertroffen. De rivieren in de Delta zijn ademloos om naar te kijken. Over de dijken vanuit de auto zie ik brede rivieren door oneindig laagland gaan. Culinair heeft ons land een inhaalslag gemaakt los van de Michelin sterren restaurants zijn er vele uitstekende betaalbare restaurants met prettige bediening. Bij mij om de hoek liggen Leiden en Delft waar je je al dwalend in het buitenland waant. Dus ‘even de grens over’ moeten we absoluut doen maar vergeet ons prachtige landje niet, Theo, waar nog zoveel is te ontdekken!