Luchtvaartmaatschappijen die straks vanaf vliegveld Lelystad willen vliegen, moeten daarvoor een deel van hun vluchten op Schiphol opgeven. Alleen zo kan worden voorkomen dat prijsvechters te veel marktaandeel winnen.
Dat zegt Pieter Elbers, president-directeur van KLM, vrijdag in de Volkskrant.
Als de luchthavendirectie de fout maakt Lelystad in 2019 te openen zonder eerst die voorwaarde in te stellen, dan zullen prijsvechters als Ryanair en Easyjet nog meer marktaandeel winnen. Nederland loopt dan het risico zijn positie als internationaal luchtvaartknooppunt te verliezen.
Goed beschouwd wil Elbers dat de prijsvechters Schiphol verlaten. KLM heeft namelijk geen ruimte meer om te groeien. Elbers doet zijn uitspraken in aanloop naar een hoorzitting over het luchtvaartbeleid in de Tweede Kamer, die volgende week wordt gehouden.
Ruimte
De KLM-topman waarschuwt dat met Lelystad Airport hetzelfde kan gebeuren als met Eindhoven Airport, een andere dochterluchthaven van Schiphol. Daar hebben prijsvechters zich gevestigd, zonder dat zij in ruil daarvoor ruimte inleverden op Schiphol .’Alleen onze dochter Transavia verplaatste vluchten, de andere maatschappijen bleven gewoon.’
‘De ervaring leert ons dat het voorgenomen voorkeursbeleid niet uit zichzelf tot uitvoering komt. Dus moet Schiphol van tevoren de spelregels voor Lelystad bepalen’, zegt Elbers, die zegt veel belang te hechten aan Schiphol als luchthaven voor transitievervoer.
Wat goed is voor KLM, is goed voor Nederland, zegt Elbers. ‘’Een eerste vlucht naar Bangalore voegt meer toe dan de zoveelste naar Barcelona. Dat zal iedere luchtvaarteconoom met me eens zijn.’
Elbers noemt bereikbaarheid als belangrijke reden voor buitenlandse ondernemingen om zich in Amsterdam te vestigen. ‘Bedrijven als het Chinese Huawei of het Japanse Yamaha zetten hier hun Europese hoofdkantoor neer, omdat ze vanaf Schiphol de hele wereld kunnen bereiken.’