
De Vereniging van Kleinschalige Reisorganisaties (VvKR) is teleurgesteld dat in de Troonrede geen enkele opmerking is gemaakt over de sector die in ons land het hardst is geraakt: de reis- en toerisme-industrie.
Dat zegt de VvKR in een verklaring.
Deze branche is volgens de VvKR goed voor een omzet van totaal 91 miljard. Dat is 4,4 procent van het bruto binnenlands product (BBP), aldus cijfers over 2019 uit het rapport dat CELTH heeft gepubliceerd.
‘Dat is 2 keer de bijdrage van de landbouwsector in Nederland. Het uitgaande toerisme als onderdeel daarvan is goed voor circa 10 miljard, blijkt uit een recent gepubliceerd rapport van ABN AMRO.’
‘Deze sector, die zoveel bijdraagt aan de Nederlandse industrie en momenteel kampt met omzetverliezen van meer dan 80 procent, had op zijn minst genoemd kunnen worden’, zegt VvKR-voorzitter Ton Brinkman.
‘Hier wreekt zich ook het niet hebben van een staatssecretaris van toerisme.’
Brinkman vervolgt: ‘De regering gaat nu de steunmaatregelen per 1 oktober afbouwen. We begrijpen dat dit logisch is voor sectoren die alweer aan het groeien zijn, maar veel verre reizenspecialisten zullen pas vanaf het tweede kwartaal in 2022 weer omzetten kunnen realiseren. Dit houdt in dat zij twee jaar geen reizen hebben kunnen uitvoeren. Zij hebben echt nog steun nodig.’
Brinkman tekent aan dat de Duitse regering de steunmaatregelen wel tot eind van het jaar heeft verlengd, waarbij Duitse collega-reisondernemers hun Nederlandse reisondernemers kunnen beconcurreren. ‘En dat is bepaald geen level playing field.’
De VvKR vestigt de hoop op de Kamervragen die eind september aan de orde komen met als agendapunt het doortrekken van de steun voor sectoren die nog geheel of gedeeltelijk gesloten zijn.