
Het Voucherfonds staat in de startblokken. De voorwaarden waaronder deelnemers vanaf 16 maart geld kunnen lenen, zijn grotendeels bekend. SGR-directeur Erik Jan Reuver en Don Kaspers, tijdelijk aangetrokken als Programmadirecteur van het Voucherfonds, geven een toelichting. Maar alles met de disclaimer: onder voorbehoud van goedkeuring door de Nederlandse Staat. En aan dit interview kunnen geen rechten worden ontleend door deelnemers, merkt het duo op.
Zoals bekend heeft het ministerie van Economische Zaken toegezegd vanaf half maart een lening van 400 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het Voucherfonds. Reisbedrijven die onder dekking van SGR vouchers hebben uitgegeven, kunnen hiervoor geld lenen bij het fonds. En om de one million dollar question maar meteen te beantwoorden: de rente is vanaf 4 procent en kan na twee jaar in stappen oplopen van 1 procent per jaar naar 7 procent. De lening dient in maximaal zes jaar terugbetaald te worden.
Hoeveel aanvragen heb je binnen en voor welk bedrag?
Reuver: ‘We zitten nu net over de 300 aanvragen. Bij de definitieve aanvraag moet het uiteindelijke bedrag blijken, maar we denken dat die 400 miljoen toereikend is om alle aanvragen te kunnen honoreren.’
Bij het Voucherfonds lopen twee grote processen parallel, zegt Reuver: ‘Het toekennen van leningen en het verifiëren van vouchers, en het toch wel ingewikkelde proces van vouchers die uitgegeven zijn tussen touroperator en reisagent. Er is veel expertise nodig. We hebben 15 mensen aangetrokken, onder wie oud-bankiers. We hebben veel tijd gestoken in het opzetten van de goede procedures en het inrichten van de systemen. We willen het eenvoudig houden. Daarom hanteren we het KISS-principe: Keep It Stupid and Simple.’
Op de vraag of het Voucherfonds op 16 maart van start kan gaan, zegt Reuver:
‘Wij staan er klaar voor, maar je hebt een aantal partijen nodig en alles moet meezitten. De Staat moet zorgen dat het geld op onze rekening staat. Dat doen ze pas als de overeenkomst met Economische Zaken, namens de Staat, is getekend en als er instemming is van Brussel.
De Tweede Kamer hoeft feitelijk alleen maar geïnformeerd te worden, daar is geen formele instemming voor nodig. Daarom hanteren we bij alle uitingen de disclaimer: onder voorbehoud van goedkeuring door de Nederlandse Staat.’
Reuver spreekt van een complexe situatie. ‘In zo’n overeenkomst staan alle voorwaarden die wij onze deelnemers moeten opleggen, naast de voorwaarden die SGR zelf opgelegd krijgt. Die moeten natuurlijk wel redelijk zijn. Dan zijn er de voorwaarden in verband met staatssteun die de Nederlandse overheid opgelegd heeft gekregen van Brussel. Ik heb ongeveer twee weken nodig gehad om te begrijpen wat er allemaal aan criteria stond en dan ben ik nog redelijk financieel deskundig. Het gaat om de vertaalslag naar praktische normen wanneer je wel steun mag geven en wanneer niet.’
Over goedkeuring door de Europese Commissie maakt Reuver zich geen al te grote zorgen. ‘Dat laatste is een formaliteit, heeft men ons verteld. De oplossing die we hebben besproken, is gelijk aan die van het Deense garantiefonds en die is goedgekeurd door de Europese Commissie.’
Handtekening
Het wachten is nu op de handtekening van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer, die ook te maken heeft met circa 150 andere branches die proberen bij EZ aan tafel te komen. Dus het kost tijd.
Reuver: ‘De leningsfaciliteit die we aan deelnemers aanbieden, is alleen bedoeld als tijdelijke overbrugging van de liquiditeitskrapte. Je hebt als ondernemer te maken met vouchers die terugbetaald moeten worden en daarvoor heb je vaak in het buitenland nog allerlei vorderingen of eigen vouchers tegoed bij leveranciers als hotels of airlines. Als ondernemer moet je eerst weer nieuwe boekingen hebben gemaakt om het tegoed bij leveranciers weer te kunnen gebruiken. We verwachten eerlijkheidshalve dat de meeste partijen binnen één of twee jaar de lening hebben terugbetaald, omdat dan de tegoeden die zij nog hebben uitstaan, gebruikt kunnen worden. Onze financiering is alleen toegestaan als alle andere mogelijkheden uitgeput zijn. Dus we gaan ook kijken of iemand niet nog tien miljoen op een bankrekening heeft staan of andere mogelijkheden heeft.’
Verwacht je niet dat bedrijven gaan shoppen bij een andere bank?
Kaspers: ‘Ik kan je voorspellen dat de rente nergens lager is. We weten ook dat geen enkele bank op dit moment staat te springen om een reisonderneming als klant te ontvangen. SGR heeft dit gecreëerd om de sector te kunnen helpen deze moeilijke periode te overbruggen.’
Wat zijn verdere criteria, zoals levensvatbaarheid?
Reuver: ‘Daar hebben we de meeste discussie over gehad met EZK. Het ministerie maakt onderscheid tussen micro-ondernemingen, MKB-ondernemingen en grote ondernemingen. Bij de micro- en MKB-ondernemingen is dat een redelijk lichte toets. Er wordt eerst gekeken naar vier entreecriteria: eigen vermogen eind 2018 en eind 2019. En ook hoe de rentelasten zich verhouden tot de cash flow van 2019.
Als deze positief zijn, kom je door de eerste toets heen. Voor de meeste deelnemers van SGR zal die toets goed uitpakken.’
Daarna komt volgens Reuver de moeilijkste toets: ben je in staat om de schulden die je in 2020 hebt gemaakt en die je nog aangaat binnen een redelijke termijn terug te betalen? Die redelijke termijn is maximaal vijf jaar.
‘Bij bedrijven die niet aan de cashflow-eis voldoen, wordt ook gekeken of een lager bedrag kan worden uitgeleend. Uiteraard gelden er nog andere criteria, maar die zullen we op korte termijn bekend maken. Reisbedrijven kunnen alleen geld lenen voor vouchers die aan consumenten zijn uitgegeven tot en met 31 december 2020. Bedrijven die in januari en februari 2021 al een deel van de vouchers hebben terugbetaald, kunnen dit meenemen in de financiering.’
Kijk je bij het terugverdienmodel ook naar het soort bedrijf? Europa-aanbieders zullen eerder op gang komen dan verre reizen.
Reuver: ‘Nee, dat doen we niet. We kijken niet naar de verwachtingen die een ondernemer heeft wanneer de markt weer opengaat. We kijken inzake de cashflow naar de cijfers die we al hebben over 2019. Dat was bij 99 van de 100 SGR-deelnemers een goed jaar. Er wordt dus niet geanticipeerd op te verwachte omzet in 2021. We hebben dat moeten uitonderhandelen bij de overheid. We zijn geen bank, we zijn het laatste redmiddel. Dus laten we de criteria wel zo eenvoudig mogelijk houden.’
De vouchers worden afgewerkt naar datum van afgifte. Bedrijven hoeven dus niet in één keer voor het hele jaar vouchers uit te keren. Het Voucherfonds keert alleen maar uit als de voucher aan de consument is uitgekeerd. De ondernemer moet dus eerst zelf voorschieten en daarvan een bewijs tonen. Het fonds keert zo snel mogelijk uit als mogelijk is, zegt Kaspers.
‘We kijken hoe we dat kunnen automatiseren. We gaan letterlijk op dagniveau kijken wat we terug moeten betalen. Die 400 miljoen van de overheid komt ook bij ons in tranches binnen. We adviseren deelnemers ook als ze bijvoorbeeld eind april moeten terugbetalen, om te kijken of ze vanaf begin april elke dag een stukje van die vouchers kunnen terugbetalen. Dat helpt om de liquiditeit te spreiden.’
De looptijd van de lening is officieel zes jaar. Tot 1 januari 2022 hoeft niet afgelost te worden, alleen rente moet betaald worden. ‘Je moet deelnemers ook de kans geven weer cash flow te genereren. We gaan alleen rente over het uitstaande saldo berekenen’, zegt Kaspers.
‘Het is een faciliteit die we als SGR kunnen aanbieden. Stel dat de markt in Europa van de zomer nog een beetje loskomt, wat we allemaal hopen, dan stroomt er meer liquiditeit dan verwacht terug in de bedrijven. Bedrijven hoeven ook niet het volledige kredietbedrag op te nemen. En dat kan tot 31 december 2021. Deelnemers mogen ook eerder aflossen en zo de rentekosten beperken. Er zit geen boeteclausule op.’
Foto: Don Kaspers en Erik Jan Reuver.