
De vliegbelasting gaat met ingang van het nieuwe jaar met ruim twintig euro omhoog.
Passagiers betalen nu 7,95 euro per ticket. Dat wordt 28,58 euro.
Dat betekent dat een gezin met twee kinderen volgend jaar bijna 120 euro duurder uit is voor een vliegvakantie.
In het regeerakkoord was al afgesproken dat de vliegtaks zou worden verhoogd.
De opbrengst zou deels worden gebruikt voor de verduurzaming van de luchtvaart en vermindering van de effecten op de leefomgeving.
De vliegtaks werd in januari 2021 ingevoerd, toen nog 7 euro per ticket. Dat leidde tot kritiek van de luchtvaartsector. Deze pleitte voor uitstel vanwege de toen heersende coronacrisis.
Met de belasting wil het kabinet vliegen minder aantrekkelijk maken. Daarnaast zouden de maatschappelijke kosten van vliegen deel moeten uitmaken van de ticketprijs. Critici bestempelen de vliegtaks echter als een ordinaire belastingmaatregel.
De vliegtaks geldt voor passagiers die vanaf een Nederlandse luchthaven vertrekken. De belasting geldt niet voor transferpassagiers. (Foto Shutterstock).