
‘Het allerbelangrijkste is dat er nu duidelijkheid is. We kunnen gewoon weer door, net zoals we de afgelopen periode gedaan hebben.’
Dat zegt Corendon-topman Steven van der Heijden als reactie op de uitspraak van het Gerechtshof in Amsterdam, dat dinsdag bepaalde dat Sunweb niet verplicht kan worden om Corendon over te nemen.
Op de vraag of Corendon nu een bodemprocedure start, zegt Van der Heijden:
‘Dat weten we nog niet. We gaan eerst overleggen met de aandeelhouders en de advocaat. Wat vooral overheerst is dat we het jammer vinden, omdat we ervan overtuigd zijn dat het samengaan van beide organisaties strategisch de beste route zou zijn. Maar nu dat in ieder geval op korte termijn niet gaat gebeuren, richten we ons op een zelfstandige toekomst voor Corendon, zoals we dat ook in de afgelopen periode succesvol hebben gedaan.’
‘We hebben er ontzettend veel energie en tijd in gestopt. Want laten we niet vergeten dat het inmiddels alweer twee jaar geleden is dat we de handtekening voor de verkoop hebben gezet.’
Corona
Van der Heijden stelde al eerder dat Sunweb volgens hem onder de deal uit wilde vanwege de coronacrisis. Hij verwijst daar nu weer naar.
‘Laten we wel wezen, als er geen coronacrises was geweest, dan was dit niet gebeurd. Het is niet anders. We zijn de afgelopen anderhalf jaar ook gewoon doorgegaan en zijn daar weer succesvol uit tevoorschijn gekomen. Dat zetten we gewoon door. Of we nog juridische stappen gaan ondernemen of dat we met elkaar in overleg gaan, dat zal de nabije toekomst leren.’
Corendon gaat eerst de uitspraak na bestuderen, voordat het vervolgtraject in deze zaak wordt bepaald.
‘Laten we niet vergeten, dit is inderdaad een voorlopige voorziening, waarbij het Gerechtshof zegt dat niet vaststaat tot welke conclusie een rechter in een bodemprocedure zou komen. Dat wil dus niet zeggen dat een rechter in bodemprocedure niet tot een andere conclusie zou komen. Maar zo’n procedure gaat jaren duren, dus we gaan er wel goed over nadenken of we dat überhaupt gaan doen.’
Voortraject
Sunweb maakte twee jaar geleden bekend dat het, samen met investeringsmaatschappij Triton, zijn branchegenoot Corendon wilde overnemen.
Goed beschouwd zou de Zweeds-Duitse durfinvesteerder Corendon overnemen via Sunweb. Dat gebeurde onder de vlag van Sunscreen, de houdstermaatschappij van Sunweb Group.
Triton verwierf in december 2018 al de meerderheid van de aandelen in Sunweb. Het doel was Sunweb en Corendon samen te voegen tot één reisbedrijf, met twee merken.
Ingewijden lieten destijds weten dat het nieuw gevormde fusiebedrijf voor Triton de basis zou kunnen zijn voor verdere expansie in de Europese reisindustrie.
Sunweb liet op 12 november 2020 onverwachts weten Corendon niet langer te willen overnemen, omdat niet aan alle voorwaarden zou zijn voldaan. Volgens Corendon was dat een smoes en wilde Sunweb onder de deal uit vanwege de coronacrisis.
Corendon stapte naar de rechter om de overname, waarmee 146 miljoen euro was gemoeid, af te dwingen. Dat kort geding diende op 24 november 2020.
Onder de verkoop, die half 2019 was afgesproken, vielen de touroperator-tak van Corendon in zowel Nederland als België, een deel van de activiteiten in Turkije en de eigen airline, Corendon Dutch Airlines (CDA).
Die vliegtuigtak was tijdens het kort geding van 24 november onderwerp van een verbaal spelletje pingpong tussen de twee partijen.
Hierbij ging het vooral om de vliegvergunning van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Er zou geen garantie zijn dat de ILT het nieuwe combinatiebedrijf een certificaat zou geven om te mogen vliegen. De financiers hadden dit juist als harde eis gesteld.
In de uitspraak van het kort geding bepaalde de voorzieningenrechter op 7 december 2020 dat Sunweb vooralsnog niet kon worden gedwongen om Corendon over te nemen.
Goed beschouwd wilde de rechter tijdens de coronacrisis haar vingers niet branden. Als Corendon in het gelijk werd gesteld, dan waren de gevolgen ‘bijzonder verstrekkend en mogelijk onomkeerbaar’.
Sunscreen (Sunweb) had aangegeven dat een afgedwongen overname mogelijk tot haar faillissement zou kunnen leiden.
De rechtbank stelde daarop dat het niet zeker is dat de soep zo heet gegeten wordt, maar dat het ook niet kon worden uitgesloten.
Ook liet de rechtbank, nog steeds in de uitspraak van 7 december, doorschemeren dat het voldoende aannemelijk was dat in een bodemprocedure zou komen vast komt te staan dat Corendon wel degelijk alle afspraken uit de overeenkomst is nagekomen.
(Foto Nils van Houts/TravMagazine).