Vorige week zondag zat ik sinds lange tijd weer ‘ns op de tribune van de Euroborg, de onneembare veste van FC Groningen. Vergezeld door mijn zwager en grote kleine neef zagen we FC Utrecht evenveel scoren als de ‘Green White Army’ uit het Hoge Noorden.
We zaten zo’n 5 meter verwijderd van de dug outs. Het gaf mij de gelegenheid om over de schouder van trainer Erwin van der Looi mee te kijken. Vanaf de zijlijn keek hij toe. Af en toe rustig, af en toe schreeuwend, verongelijkt of motiverend.
’s Avonds, toen ik de wedstrijd nog ‘ns in samenvatting terugkeek, leek het alsof ik een andere wedstrijd had gezien dan diezelfde middag. Het positiespel was helemaal niet zo goed, de snelheid viel tegen en de rol van Groningen was helemaal niet zo dominant als ik dacht. Vanaf de zijlijn had ik een significant ander beeld dan de kijker thuis.
Reflecterend op mijn werk betrap ik mijn wel eens op hetzelfde. Vanaf de zijlijn denk je alles goed te zien, maar valt de interpretatie wel eens tegen. Je denkt vooruit te kunnen kijken, maar vanaf de zijlijn kan je vooral goed zien wat er links en recht van je gebeurt, maar een horizon ontbreekt.
Er zijn twee opties om hier verandering in aan te brengen, je neemt meer afstand van het spel om het gehele plaatje te kunnen zien of je gaat meespelen. Een beetje zoals Ruud Gullit vroeger die in zijn tijd bij Chelsea zowel speler als trainer was.
Om deze reden zit ik vaker dan ooit achter een verschillende bureaus. Om mee te krijgen wat er leeft en speelt bij ons bedrijf. Voor mijn gevoel ben ik een voetbaltrainer die soms een potje meespeelt, dan weer hoog in het stadion het overzicht opzoekt om vervolgens samen met spelers en supporters (lees: klant) de balans op te maken en de beste opstelling en tactiek te bepalen.