
De overheid mag best het prijsinstrument gebruiken om de vakantieconsument tot duurzamer gedrag te bewegen, mits de opbrengst van een hogere vliegbelasting maar ten goede komt aan verduurzaming van de sector.
Dat zegt ANVR-directeur Frank Oostdam in reactie op het maandag gepubliceerde beleidsadvies op basis waarvan het kabinet extra maatregelen wil nemen om de klimaatdoelen te halen.
Onderdeel van het beleidsadvies is het verhogen van de vliegbelasting voor verre vluchten. Een van de opties is de belasting voor vluchten vanaf 2.500 kilometer naar 75 euro te verhogen en vluchten vanaf 6.000 kilometer met 150 euro te belasten.
‘Transport is een belangrijk onderdeel van een reis, dus ook de uitstoot daarvan. We staan op het standpunt dat alle milieueffecten van een reis in de prijs van een ticket verrekend moeten worden. De vervuiler betaalt. Maar de opbrengst moet wel worden geïnvesteerd in het verduurzamen van de sector, zoals in duurzame vliegtuigbrandstof (saf, red). In dat geval is het een te billijken maatregel.’
Op de vraag of vliegen op deze manier niet elitair wordt, oppert Oostdam het idee om veelvliegers extra te belasten. ‘Op die manier houden we een vliegvakantie binnen het bereik van iedereen, zoals gezinnen die één keer per jaar van een welverdiende strandvakantie willen genieten. Dat zou een optie zijn om het systeem eerlijker te maken.’
Binnen de ANVR wordt volgens Oostdam al langer nagedacht over de vraag hoe vakanties duurzamer kunnen. ‘Natuurlijk is het vervelend voor onze sector als er prijsbeleid vanuit de overheid plaatsvindt, hoe logisch dat ook is. Daarom moeten we zelf een draai zien te maken. Er is al genoeg negatieve framing van de reissector. Het is ook onze uitdaging en opdracht om in de publieke opinie te wijzen op de positieve impact van het reizen en toerisme. We hoeven niet op te houden met vliegen, alleen wel verantwoorder.’