
Er is weinig tot geen kans op sectorspecifieke steun voor de reisbranche. Dat is de uitkomst van het gesprek van ANVR en SGR maandagmiddag met staatsecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken).
Zowel het doortrekken van de annuleringskostenregeling naar het tweede kwartaal als de gevraagde aanpassing van de TVL-regeling (tegemoetkoming vaste lasten) voor kleine reisorganisaties is door Keijzer resoluut afgewezen.
Tevens is gesproken over een mogelijke onderbenutting van de toegezegde lening van 400 miljoen euro voor het Voucherfonds.
In het kader van sectorspecifieke steun was er voorafgaand aan het gesprek hoop op verbreding van het Voucherfonds. Die verbreding is wat de staatsecretaris betreft niet aan de orde.
Waarschijnlijk zal het fonds circa 300 miljoen euro aan leningen uitkeren aan reisbedrijven die vouchers aan klanten moeten terugbetalen.
Er was hoop dat de resterende 100 miljoen met toestemming van de overheid kon worden ingezet voor andere vormen van sectorspecifieke steun, buiten het Voucherfonds om. Een voorbeeld is financiële hulp aan touroperators die vorig jaar een reis hebben omgeboekt naar dit jaar en nu bij annulering geen voucher meer mogen uitgeven, maar alsnog de reissom moeten terugbetalen.
Overschot moet terug
Volgens Keijzer gaat het hierbij echter om zogeheten geoormerkt geld. Een eventueel overschot moet volgens de Haagse budgetregels teruggestort worden aan het ministerie van Financiën.
Zij ziet weinig tot geen mogelijkheden om de onderbenutting of het ‘overschot’ te gebruiken voor andere sectorspecifieke doeleinden.
Oostdam: ‘Jammer natuurlijk, want in al onze creativiteit en enthousiasme dachten wij met de zogeheten onderbenutting of overschot reisbedrijven toch nog enigszins tegemoet te kunnen komen.’
Na enig aandringen vond Keijzer het echter geen bezwaar om hiervoor nog een keer wat ideeën aan haar toe te sturen. Het kabinet spreekt nog wel over een pakket aan maatregelen voor Q3 en Q4, maar dit betreft geen specifieke steun voor de reisbranche.
Aanleiding voor het gesprek van maandag was de open brief van de ANVR eind maart, vanwege de verlenging van de reisbeperkingen tot half mei. In de brief vroeg de ANVR om een gesprek over sectorspecifieke steun.
Naast Frank Oostdam en Walter Schut (ANVR) nam Erik Jan Reuver (SGR) deel aan het gesprek, waarin kort werd stilgestaan bij het Voucherfonds. De staatssecretaris bedankte de sector voor het doorlopen van een toch wel ingewikkeld traject om hulp te kunnen krijgen.
Wat betreft de annuleringskostenregeling benadrukte de staatssecretaris het éénmalige karakter, zowel voor de reisbranche als voor andere sectoren. Uiteraard is de vergoeding slechts een deel van de annuleringskosten, maar het karakter van de vergoeding staat het uitkeren in meer kwartalen in de weg.
Wat betreft de tegemoetkoming vaste lasten (TVL) heeft de ANVR nogmaals gepleit voor een regeling voor kleine reisbedrijven zoals die geldt voor rijschoolhouders en kermisexploitanten. Volgens de staatssecretaris is dit enkele maanden geleden al diepgaand bekeken. Het toestaan hiervan zou een precedentwerking naar andere sectoren hebben.
Het kabinet erkent de moeilijke positie van de reisbranche. Keijzer is er echter stellig van overtuigd dat de wereld er over één tot twee maanden echt anders uitziet, met (in ieder geval in Nederland) dalende besmettingen en een sterk stijgend aantal gevaccineerden die op reis willen en ook kunnen.
De ANVR gaat zich nu richten op het doortrekken van de generieke steun voor de reisbranche tot eind van het jaar, zoals een NOW-regeling (loonkosten) van 100 procent, zegt ANVR-voorman Frank Oostdam.
‘Het was goed de positie van de reisbranche weer op het netvlies van de staatssecretaris te brengen. Dat kunnen we niet vaak genoeg doen. De branche behoort nadrukkelijk tot de zwaarst getroffen sectoren. Ondanks onze hartstochtelijke pleidooien gaat het kabinet niet over tot specifieke hulp voor de reissector. Op dit punt zijn we ‘sadder but wiser’.
‘Uiteraard gaan we met SGR nog wel een plan van aanpak maken wat betreft de naar 2021 doorgeschoven reizen die geannuleerd moeten worden. Ik wil echter op dit punt geen enkele valse hoop creëren’, zegt Oostdam.