
De Vakantiebeurs wil bij de editie van volgend jaar een duidelijker scheiding maken tussen het gedeelte voor het vak (B2B) en voor consumenten (B2C). Dat zegt beursmanager Marleen Rompen, die terugblikt op de eerste Travel Trade Day die rustiger verliep dan voorheen.
De eerste vakdag van de Vakantiebeurs dit jaar was rustiger dan voorgaande jaren. Hoe kijk je daar zelf op terug?
‘De sfeer was goed, en we horen van exposanten dat er waardevolle gesprekken zijn gevoerd, dus dat is positief. Toen een grote partij als Corendon vorig jaar afzegde, gingen we er al vanuit dat het rustiger zou worden dit jaar. Wat opviel op de eerste vakdag, was de ‘versplintering’ op de beursvloer. Waar het vorig jaar vaak druk was bij één of twee grote stands, zagen we dit jaar kleinere groepjes verspreid over de stands. Dat gaf een ander, maar zeker niet minder interessant beeld.’
Dit jaar introduceerde de Vakantiebeurs ook voor het eerst Travel & Tech. Hoe werd dat ontvangen?
‘De eerste editie van Travel & Tech was een groot succes. Het theater zat vol, de mainstage trok veel publiek, en er waren voortdurend gesprekken bij de stands. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Travel & Tech vormt een mooie stap richting een duidelijke focus op het B2B-segment tijdens onze vakdagen.’
Betekent dit dat de Vakantiebeurs meer inzet op B2B in plaats van B2C?
‘We zien dat veel partijen specifieke budgetten hebben voor B2B en dat er minder ruimte is voor B2C. Dit zorgt ervoor dat sommige exposanten afhaken, wat zonde is. Om dat op te lossen, gaan we volgend jaar een striktere scheiding maken. We organiseren twee aparte evenementen: een tweedaags B2B-event, de Trade Days, en een vierdaags B2C-event. Zo kunnen we de focus voor exposanten én bezoekers beter afstemmen.’
Hoe ziet die scheiding er in de praktijk uit?
‘Op woensdag en donderdag richten we ons op B2B in drie hallen. Op donderdag begint ook het B2C-deel, dat vier dagen duurt, eveneens in drie aparte hallen. Op de donderdag is er dus een overlap. Daarna stopt het B2B-gedeelte. Zo voorkomen we dat vakbezoekers en consumenten door elkaar lopen. Vakbezoekers kunnen op de donderdag wel naar het B2C-deel, maar consumenten kunnen niet naar het B2C-gedeelte overlopen.’
Gaat de Vakantiebeurs zich meer richten op samenwerking met specialisten?
‘Absoluut. Voor een standaard pakketreis hoeft de consument niet naar de Vakantiebeurs. Waar wij waarde kunnen toevoegen, is bij specialistische reizen. De beurs draait om beleven en ervaren: proeven, zien, horen, en voelen. Specialisten kennen alle details en verborgen parels van een bestemming. Die samenwerking met specialisten wordt voor ons steeds belangrijker.’
Gaat de Vakantiebeurs de ITB in Berlijn achterna, die sinds een paar jaar uitsluitend op B2B is gericht?
‘We blijven een consumentenbeurs, maar met de scheiding tussen B2B en B2C zetten we wel stappen in die richting. De gedeelde focus die we nu hebben, is voor niemand ideaal. Door de scheiding kunnen we zowel de B2B- als de B2C-kant versterken en aantrekkelijker maken voor exposanten. Bovendien krijgen partijen de keuze om aan één of beide evenementen deel te nemen, wat meer flexibiliteit biedt.’