Nu in TravMagazine: Fred van Eijk, oprichter van Travel Counsellors Nederland, vertelt in een interview openhartig over zijn leven en zijn kijk op zaken. We blikken terug op de afgelopen jaren, naar zijn tijd in Australië, de persoonlijke ups en downs maar ook de zakelijke uitdagingen. ‘Toen ik terug was, heb ik vaak gedacht: is dit het nou? Dat is best confronterend.’
Je bent 15 maanden naar Travel Counsellors Australië gegaan, om het team daar te ondersteunen. Nu ben je alweer een tijdje terug in Nederland. Hoe was deze ervaring voor jou?
‘Het zou voor maximaal 4 maanden zijn, maar uiteindelijk duurde het wat langer. Ook bewust, daar heb ik zelf voor gekozen, want er diende meer gedaan te worden. Eén van mijn taken was om een opvolger te vinden en 4 maanden was te kort om het juiste profiel op te stellen en de juiste persoon te vinden en in te werken. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik het daar erg naar mijn zin had. Het was altijd al een jongensdroom om naar Australië te gaan. Kanttekening was wel dat ik moest werken in drie soms zelfs vijf tijdzones. Ons hoofdkantoor in Melbourne ondersteunt het hele land, van oost naar west. Dan heb je al te maken met tijdsverschil. Maar als ik klaar was in Melbourne, dan begon mijn Europese avond, met Nederland en België maar ook Groot-Brittannië. Je doet het allemaal, maar uiteindelijk brak het me wel op. Je runt een continu bedrijf. Ik had dat niet nog jaren vol kunnen houden. Desondanks heb ik er geen spijt van. Ik heb er veel van geleerd en ook op persoonlijk vlak was het een verreiking.’
Is er een wezenlijk verschil tussen de ZRA hier en daar in Australië?
‘Er zijn geen verschillen en dat is mooi om te zien. Behalve de afstanden. Het begrip remote is daar echt een understatement. Ik ben weleens urenlang onderweg geweest naar een Travel Counsellor, met de auto door de outback. Ik kwam alleen maar schapen en kangoeroes tegen. Dat is het ultieme ZRA-schap, dat je zo compleet afgelegen een bedrijf vanuit huis kunt runnen. Voor mij een bevestiging dat ons businessmodel uitermate geschikt is voor dit soort extremen.’
Wat is nu jouw rol in Nederland?
‘Bij mijn terugkomst in Nederland heb ik er bewust voor gekozen om niet alle lijntjes strak te trekken, zodat ik mezelf vrij kan maken voor andere dingen. Zo heb ik onze Academy opgestart in januari, waarbij ik erg betrokken ben. Dat gaat ontzettend goed. Het is een bewezen succesformule, waar een aantal top Travel Counsellors uit is gekomen.’
Was die overgang lastig?
‘Het was een gekke tijd. Ik wilde per se terug, niet omdat ik daar ongelukkig was, maar het werd wel echt tijd. Ook om privéredenen, want je bent ver weg van alles en iedereen. Toen ik eenmaal terug was, heb ik vaak gedacht: is dit het nou? Dat heeft een aantal maanden geduurd. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik niet zozeer heimwee had naar Australië, maar dat ik wel de uitdaging miste. Ik werd daar continu geprikkeld door nieuwe dingen, alles was nieuw. Het werk, de mensen, het land. Het is best confronterend om op 56-jarige leeftijd erachter te komen dat je daar je energie uithaalt. Ik heb die prikkels nodig. Daarom heb ik ook de Academy opgericht. Nieuw voor Nederland, we hadden het al in Dubai en Engeland. Maar ook privé heb ik veel nieuwe dingen gedaan. Een paar bestemmingen bezocht die op de bucketlist stonden. En ik ben een zakenpartner geworden van een restaurant in Amsterdam, bij mij om de hoek. Heel anders maar supergaaf. Het is een small business in vergelijking met Travel Counsellors. Maar je kunt het ook anders bekijken: als grote organisatie ondersteunen we allemaal kleine bedrijfjes. Ik vind het wel lekker om ook met een vinger in een small business te zitten. Er is altijd het besef dat je het moet doen met beperkte middelen. Je hebt maar 500 euro voor een campagne en geen 50.000 euro.’
Kun je balans vinden tussen werk en privé?
‘Travel Counsellors heeft geen aan- en uitknop. Dat gaat ook ’s avonds en in de weekenden door. De manier waarop we met elkaar omgaan, maakt het ook intens. We zijn heel close en delen met elkaar de hoogtepunten maar ook de dieptepunten. Dat vind ik heel mooi, ik zou het niet anders willen, maar je moet dat wel een plek kunnen geven. Dat doe ik door veel andere dingen ernaast te blijven doen. Zo heb ik een druk sociaal leven in Amsterdam, met mijn kinderen en mijn beste vrienden.’
Ben je open over je privéleven?
‘Ja absoluut. Ik ben voor collega’s de single gaybaas met drie kinderen en een kleindochter. Twee dochters, Maggy van 29 en Annabel van 25 en zoon Alexander van 21. Nieuwe collega’s zie je weleens vertwijfeld aan de lunchtafel zitten: hoe zit dat nou? (lacht) Het past ook niet helemaal binnen de traditionele beeldvorming, dat is oké.’
Hoe is het speelveld binnen de ZRA branche? Is er veel concurrentie?
‘Het is allemaal in een rustiger vaarwater gekomen, omdat we allemaal onze eigen plek hebben gevonden. De verschillen tussen de ZSO’s zijn duidelijk en bespreekbaar. Wat voor de één aantrekkelijk is, past misschien minder bij de ander. Ik twijfel er ook niet aan dat er bestaansrecht is voor iedereen. Het is dan ook onnodig om agressief achter elkaars mensen aan te gaan. Dat levert misschien op de korte termijn iets op, maar voor de toekomst gooi je je eigen glazen in. De rest van de branche moet ook stoppen met twijfelen. Er ontstaat meer ruimte voor deze manier van werken, en ook de klant vraagt ernaar. Het komt van beide kanten.’
In het begin van het jaar was er een discussie over de ANVR-contributie. Hoe sta je daar nu in? Is er al meer duidelijkheid?
‘Was het maar zo’n feest. De ANVR heeft destijds zijn excuses aangeboden, over de gang van zaken, en dat hebben we met volle liefde geaccepteerd. Maar we weten nog steeds niet waar het geld naartoe gaat en waarvoor het bedoeld is. Dus mijn eerste reactie, wat destijds echt geen losse flodder was, blijft hetzelfde. Ik ben nog steeds van mening dat het grote aantal ZRA’s wordt ingezet om een aantal financiële uitdagingen binnen de ANVR te hulp te schieten. Dat vind ik niet juist.’
Maar de kogel is door de kerk, die contributie is er. Wat nu?
‘Deze ronde betalen we het voor onze ZRA’s. Dat is ook een ethische kwestie, want hoe ga ik die contributie aan hen verkopen als ik zelf niet eens weet wat je ervoor terugkrijgt. Het is nogal vaag allemaal. De reactie van een aantal mensen uit de branche, dat het maar 100 euro is, stoort me overigens enorm. Dan hebben we de ZRA nog steeds niet begrepen. Het zijn kleine ondernemers die keuzes moeten maken binnen een bepaald budget. Voor de ZRA kan 100 euro een bijdrage zijn aan een studiereis. Daar hebben we met z’n allen meer aan, dan dat we het geld overmaken aan de ANVR.’
Je hebt ook gezegd dat de ANVR niet heilig is…
‘Ja, en dat viel verkeerd. Ik heb het ook niet letterlijk bedoeld als dreiging om eruit te stappen. Het is een voorbeeld, maar het is wel relevant. In Groot-Brittannië zijn we uit de ABTA – Britse ANVR – gestapt, en daar groeien ze nog steeds. Ook zonder het lidmaatschap van een brancheorganisatie. De ANVR zette heel erg in op: je moet lid blijven, anders stort het als een kaartenhuis in elkaar. Daar kwam TUI nog overheen met de reactie dat ze niet willen samenwerken met agenten die niet ANVR zijn. Terwijl TC in Groot-Brittannië ook nog steeds samenwerkt TUI. Het punt dat ik hiermee wilde maken, is dat je ook zonder lidmaatschap van een brancheorganisatie een goede toekomst kunt hebben.’
Het volledige interview lees je nu in TravMagazine.