
De deelnemersbijdrage van SGR voor 2022 blijft op hetzelfde niveau als de afgelopen twee boekjaren. Daarnaast wordt de bijdrage voor het Calamiteitenfonds verlaagd naar de laagste omzetcategorie van 250 euro. Dat heeft SGR in een brief aan deelnemers laten weten. Erik Jan Reuver, directeur van SGR en Calamiteitenfonds geeft een toelichting.
Zoals bekend wordt de bijdrage berekend over de omzet die in het verleden is gerealiseerd.
Voor de duidelijkheid: normaal gesproken wordt gekeken naar het jaar vóór het voorgaande boekjaar. Dat komt doordat SGR pas zes maanden na afsluiting van het boekjaar de cijfers van een bedrijf krijgt.
Bij de huidige vaststelling is deze bijdrage voor 2021 en 2022 bevroren op het niveau van 2020, gebaseerd op de omzet van boekjaar 2018 (of het gebroken boekjaar 2017/2018).
Aan de ene kant past SGR hiermee dit jaar geen indexatie toe, aan de andere kant is de deelnemersbijdrage gebaseerd op historische omzet om zo de lasten eerlijk te verdelen, zodat SGR aan haar verplichtingen kan blijven voldoen, zegt Reuver.
Is niet gedacht aan een extra handreiking aan de deelnemers in deze tijd?
Reuver: ‘We hebben de deelnemersbijdrage de afgelopen drie jaar niet verhoogd, terwijl de kosten van SGR flink zijn gestegen. Daarnaast is de deelnemersbijdrage voor het Calamiteitenfonds verlaagd naar een vast bedrag van 250 euro per jaar. Naast allerlei zaken zoals vouchers en het Voucherfonds is het werk bij SGR enorm toegenomen. Ook is het aantal deelnemers met enkele tientallen gedaald, dus sowieso hebben wij minder inkomsten.’
Reuver: ‘Wij vinden een deelnemersbijdrage die wordt bevroren in de gegeven omstandigheden niet onredelijk, zodat wij ook onze diensten kunnen blijven aanbieden en een fatsoenlijke garantie kunnen blijven geven. Hierdoor voldoen reisondernemingen aan de Wet op de Reisovereenkomst en blijven consumenten ook boeken omdat de garantie van SGR hen zekerheid biedt.’
Volgens Reuver blijft het mogelijk om de deelnemersbijdrage in termijnen te betalen.
Hoe wordt de deelnemersbijdrage over 2022 berekend?
Reuver: ‘De gebruikelijke systematiek is dat we voor de bepaling van de deelnemersbijdrage vijf omzetcategorieën hebben en de deelnemers indelen op basis van de omzet van vorig jaar. Nu door Covid de omzetniveaus lager waren, zouden veel deelnemers in een andere omzetcategorie komen en zouden de kosten van SGR niet meer gedekt zijn. Daarom is besloten om de omzetcategorieën uit het verleden te handhaven. Voor 2022 betekent dit een indeling op basis van het verleden.’
De tariefgroepen zien er als volgt uit:
Tariefgroep (€) Bedrag bijdrage:
0 – 0,25 miljoen € 275,-
0,25 – 2,5 miljoen € 798,-
2,5 – 12 miljoen € 1.476,-
12 – 50 miljoen € 2.250,-
50 – 100 miljoen € 5.250,-
Hoe gaat SGR om met de verre reisspecialisten, waar nog niet veel gebeurt? Komt daar een uitzondering voor?
Reuver: ‘Niets is in beton gegoten. Als een deelnemer in de slaapstand gaat, en dat zijn er momenteel een stuk of tien, dan krijgen die niets in rekening gebracht. We hebben al veel flexibiliteit ingebouwd. En als je wel actief op de markt bent en je verwacht wel gewoon omzet te gaan draaien, dan krijg je een nota voor de deelnemersbijdrage.’
In de brief die SGR in december verstuurde, staat: als de deelnemer niet aan de normen voldoet, stelt SGR de bankgarantie vast op basis van de omzet over 2019.
Dat zal voor veel bedrijven lastig zijn, want 2019 was een topjaar. Veel bedrijven zijn nu bezig met het afbetalen van het Voucherfonds, moeten een zware garantie afgeven en de banken zijn momenteel niet scheutig met kredieten. Hoe gaat SGR daarmee om?
Reuver: ‘In onze brief staat aanvullend dat als de omzet structureel lager is wij ook rekening kunnen houden met prognoses voor 2022 en 2023 en bereid zijn om zekerheden (bankgarantie en/of een deposit) te baseren op het gemiddelde van die prognose-omzet, terwijl we onder normale omstandigheden zouden kijken naar de omzet van afgelopen jaar. Hiermee komen wij deelnemers zeker tegemoet.’
Lees het uitgebreide interview met Erik Jan Reuver in de nieuwe TravMagazine #5 van deze week.
‘Veel partijen willen vervroegd beginnen met aflossen van leningen van het Voucherfonds en willen er zo snel mogelijk vanaf zijn’