
De voormalige eigenaren van D-rt Groep/D-reizen, Jan Henne De Dijn en Marije Haeck, blijven vasthouden aan hun eis dat zij 2 miljoen euro willen ontvangen voor de merkrechten (IE-rechten) waaronder ook het gebruik van het merk D-reizen valt.
Dat schrijven de curatoren Ton Tekstra en Karel Willemse in hun nieuwe verslag over het faillissement van D-rt Groep/D-reizen, dat vrijdag is gepubliceerd.
Zoals bekend zijn de curatoren in augustus vorig jaar een tweede rechtszaak tegen de voormalig eigenaren begonnen.
De eerste rechtszaak (mei 2021) was een kort geding over de merkrechten van het merk D-reizen. Tijdens de afwikkeling van het faillissement ontdekten de curatoren dat de voormalig eigenaren het recht voor het gebruik van het merk D-reizen hadden overgeheveld naar een andere BV, Selten.
Aanvankelijk wilde het duo twee miljoen euro hebben voor deze IE-rechten (intellectueel eigendom, red.), waaronder ook de merknaam D-reizen valt.
De curatoren spanden daarom in mei 2021 met succes een kort geding aan, waardoor de voormalig eigenaren werden gedwongen het pandrecht vrij te geven, op straffe van een dwangsom van 50.000 euro per dag.
Hierdoor kon de merknaam worden verkocht aan Prijsvrij, dat inmiddels een succesvolle doorstart met D-reizen heeft gemaakt.
Prijsvrij-eigenaar Marc van Deursen betaalde uiteindelijk vijf ton voor de IE-rechten. Dat geld is door de curatoren vooralsnog in Escrow gezet, een tussenrekening.
Bij hun verslag van november vorig jaar lieten de curatoren weten dat zij onderzoek hebben gedaan naar het pandrecht. Volgens hen heeft Selten BV geen geldig pandrecht op de IE-rechten en heeft derhalve geen recht op uitkering van het Escrow-bedrag van 500.000 euro.
De curatoren hebben hiertoe op 27 augustus vorig jaar een bodemprocedure tegen Selten BV aanhangig gemaakt.
In hun nieuwe verslag schrijven de curatoren:
‘De tegen en door Selten aanhangige procedures bij de rechtbank Noord-Holland, Haarlem (bodemprocedure) en bij het gerechtshof Amsterdam (hoger beroep) zijn met voortvarendheid voortgezet.’
De stelling van de voormalig eigenaren dat de curatoren in de bodemprocedure niet ontvankelijk zouden zijn, is door de rechtbank afgewezen.
Daarnaast is het voormalige directie-duo (Henne De Dijn en Haeck) in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van het kort geding in mei 2021.
Of zoals de curatoren schrijven:
‘In de bodemprocedure is door Selten inmiddels de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie ingesteld nadat overigens haar incidentele vorderingen tot onbevoegdheid/niet-ontvankelijkheid zijn afgewezen.
Selten vordert terzake de merkrechten (alsnog en wederom) een bedrag van € 2 miljoen.’
In een volgend verslag wordt over het verloop van beide procedures nadere informatie verstrekt.
De curatoren kondigen aan dat zij, naast het al lopende financiële onderzoek (naar de geldstromen), beginnen met het interviewen van de diverse betrokken personen en (ex-) werknemers van D-rt Groep/D-reizen. In volgende verslagleggingen zal over de voortgang worden gerapporteerd.
Het volgende verslag van de curatoren verschijnt op 5 mei dit jaar. (Foto Shutterstock).