
Volgens een hardnekkig gerucht zou de geplaagde Schiphol-baas Ruud Sondag deze week een grote fles whisky hebben laten bezorgen in het hoofdkantoor van Transavia op Schiphol-Oost, gericht aan zijn collega Marcel de Nooijer. Om hem te bedanken dat hij met zijn vele annuleringen de aandacht heeft afgeleid van Schiphol, dat sinds de meivakantie van vorig jaar als landelijke pispaal fungeerde vanwege de lange wachtrijen en annulering van vluchten.
De Nooijer zou de bedankfles per kerende post hebben teruggestuurd, omdat hij er volgens hemzelf geen recht op had, aangezien hij het niet expres had gedaan. Hij had Sondag helemaal geen dienst willen bewijzen. Het was een samenloop van omstandigheden geweest, waardoor er een soort perfect storm was ontstaan.
Bliksem
Alles kwam samen: de te laat geleverde leasetoestellen van het failliete Blue Air uit Roemenië, de vele kleine beschadigingen (meer dan normaal) aan de toestellen uit de eigen Transavia-vloot als gevolg van blikseminslag of een wat onhandig uitgepakte landing. Om nog maar te zwijgen over de lange levertijd van reserveonderdelen uit de Boeing-fabriek in de VS, waar ze sinds de perikelen met de 737 MAX ook nog steeds niet echt lekker draaien.
Voor de duidelijkheid, bovenstaand bedankfles-scenario berust zo goed als zeker niet op waarheid, aangezien ik het zojuist zelf heb verzonnen. Maar het zou zomaar gebeurd kunnen zijn.
Ruud Sondag, die als interimmanager van Schiphol al langere tijds de zwarte Piet krijgt toegespeeld, is ongetwijfeld opgelucht. Opgelucht dat de Schiphol-stress bij klanten nu heeft plaatsgemaakt voor Transavia-stress. Dat reizigers vertraging oplopen zal hem ’s nachts niet uit zijn slaap houden, zolang dat hem maar niet kan worden aangerekend. Hij heeft ook een naam als succesvol interimmanager hoog te houden.
Moeiteloos
Transavia heeft het stokje van nationale kop van Jut nu maar mooi van de luchthaven overgenomen. En Sondag had de problemen toch schijnbaar moeiteloos aangepakt. In het verlengde van het beleid van zijn voorganger Dick Benschop had hij de capaciteit op Schiphol verder afgeknepen. Het aantal passagiers dat maatschappijen mochten vervoeren, werd afgestemd op de beperkte capaciteit van de beveiliging. En toen er steeds minder passagiers waren, verdwenen de wachtrijen op Schiphol vanzelf. Zoals een tandarts zonder patiënten nooit last heeft van een volle wachtkamer.
Natuurlijk had De Nooijer hetzelfde patroon moeten volgen en bijtijds het mes moeten zetten in de vliegcapaciteit van Transavia. Niet leuk, maar het had veel ellende kunnen voorkomen. Maar De Nooijer, aimabel als hij is, verkoopt liever geen nee tegen zijn klanten en partners. Tot het vijf voor twaalf was en er recent toch herhaaldelijk vluchten uit moesten. Dat last-minute beleid was voor passagiers en de touroperator-partners erger dan annuleringen die weken van tevoren worden aangekondigd.
Sorry
Voorlopig bestaat de oplossing van Transavia uit symptoombestrijding. Ofwel, op een planbare manier en op een iets langere termijn vluchten schrappen, zodat touroperators kunnen anticiperen en hun klanten waar mogelijk bijtijds kunnen omboeken. Transavia heeft tegelijk nog maar eens een keer sorry gezegd tegen passagiers en partners. Dat ze er als airline ook van baalt. En dat geloof ik graag. Dat moet je alleen niet te vaak zeggen, anders verliest het zijn kracht en ga je klinken als premier Mark Rutte. De reissector wil opgestroopte mouwen en concrete oplossingen zien. (Foto Shutterstock).