
De afgelopen maanden wordt er in Brussel druk gesleuteld aan de wijzigingen van de Richtlijn Pakketreizen (PTD). Vermoedelijk zal in het najaar een definitief compromisvoorstel het licht zien. Een compromis tussen de Europese Commissie, de Raad van Ministers (de Europese regeringsleiders) en het Europese parlement. Dit nadat diverse belangenorganisaties ook hun mening en verlangens kenbaar hebben gemaakt. Zo heeft bijvoorbeeld de ECTAA fel geageerd tegen het aanvankelijke voornemen om de aanbetalingen aan banden te leggen. Deze lobby lijkt overigens succesvol omdat in de huidige plannen beperkingen op aanbetalingen zijn vervallen.
Hoe zit het ook alweer nu met zakenreizen. In beginsel is de wet op de reisovereenkomst gewoon van toepassing op zakenreizen en Groeps- en Incentivereizen. Alleen als door de reisonderneming een raamovereenkomst is gesloten met de opdrachtgever kan de wet worden uitgesloten. Dat zal het geval zijn als op jaarbasis een bedrijf vaste afspraken maakt met de reisonderneming, maar meestal niet voor het personeelsuitje of een incidentele zakenreis.
Een in mijn optiek onderbelicht wijzigingsvoorstel is het schrappen van de bescherming van de zakelijke reiziger. Of beter gezegd de Richtlijn en dus ook de wet op de reisovereenkomst is in de concept voorstellen die voorliggen niet langer van toepassing op zakenreizen. In de huidige Richtlijn (en de Nederlandse wet) valt de zakelijke reiziger in beginsel dus wel onder de bescherming van de wet. Te denken valt aan de Mkb’er die voor zijn personeel een jubileumreis boekt of Groep- en Incentive reizen zoals bijvoorbeeld het jaarlijkse ANVR congres. Deze reizigers worden nu beschermd door de wet. De organisator is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de zakenreis en de zakenreizigers krijgen bij faillissement van de reisonderneming hun geld terug. In Nederland is dit voor zakelijke reisbedrijven die deelnemer zijn van SGRZ in elk geval goed geregeld.
Veel zakenreisondernemingen en Groep- en Incentive reisondernemingen hebben zich in 2018 juist met het oog op deze wettelijke verplichtingen uit de Richtlijn en wet aangesloten bij SGRZ.
Het merkwaardige is dat ik geen toelichting of motivering heb kunnen vinden waarom deze regel zou moeten vervallen. Ook zakenreizigers en bedrijven die een personeelsuitje laten organiseren, hebben soms behoefte aan bescherming op basis van Richtlijn en wet. Gelet hierop vind ik het bijzonder dat er zo weinig aandacht is besteed aan deze voor de praktijk toch wel relevante wijziging.
Mr. Nick de Leeuw
Bestuurslid SGR
(Deze column is op persoonlijke titel geschreven).
(Archieffoto TravMagazine).
Geef een reactie