
Er is de laatste dagen veel te doen geweest over vluchtvertragingen, ontstaan doordat Schiphol afgelopen zondag, 29 april 2018, te maken kreeg met een stroomstoring, waardoor de ICT-systemen van Schiphol uitvielen. Dit leidde tot chaos op de luchthaven en de opritten naar Schiphol werden afgesloten.
De tv-beelden lieten reizigers zien die te voet dwars door slootjes en door de berm trachtten Schiphol te bereiken. In het AD van 1 mei 2018 lees ik dat passagiers die door de problemen op Schiphol meer dan 3 uur later op hun bestemming arriveren, geadviseerd worden een claim in te dienen bij hun luchtvaartmaatschappij.
En hoewel EUclaim in het AD spreekt van overmacht voor Schiphol, wordt wel geadviseerd om altijd een claim in te dienen. Volgens hetzelfde krantenartikel accepteert EUclaim echter alleen claims van ná 12.00 uur. Dit, omdat na 12.00 uur het incident voorbij zou zijn.
Waarom zo’n claim indienen?
Uit de door luchtvaartmaatschappijen vermaledijde DBC Verordening volgt dat de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk is als de vlucht niet uitgevoerd wordt of vertraagd is ten gevolge van buitengewone omstandigheden (overmacht) die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.
De wet noemt als voorbeelden: beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen. Normaal gesproken zou een luchtvaartmaatschappij, ook als die na 12.00 uur ten gevolge van de stroomstoring niet op tijd de operatie heeft weten te herpakken, zich moeten kunnen beroepen op buitengewone omstandigheden.
Bij annulering van vluchten geldt dat de luchtvaartmaatschappij moet aantonen dat de annulering het gevolg is van deze buitengewone omstandigheden. Recht op verzorging behoudt de passagier altijd. Bij vertragingen geldt grosso modo hetzelfde.
Hoewel buitengewone omstandigheden door het Europese Hof van Justitie zeer beperkt worden uitgelegd en kort geleden nog een wilde staking bij een luchtvaartmaatschappij niet gezien werd als buitengewone omstandigheid, lijkt het mij in dit geval toch redelijk dat luchtvaartmaatschappijen, die door de stroomstoring op Schiphol hun vluchten niet of niet tijdig konden herpakken, daarvoor niet aansprakelijk zijn.
Ik keer mij tegen de inmiddels helaas breed gedragen maatschappelijke opvatting dat ieder nadeel op een ander verhaald moet kunnen worden.
Alleen als een luchtvaartmaatschappij afgelopen zondag niet adequaat gehandeld zou hebben, maar daar is nog geen enkele indicatie voor, kan hier anders over gedacht worden. Het is nog te vroeg om te kunnen stellen dat Schiphol steken heeft laten vallen. Maar als dat zo is, dan zouden de gedupeerde reizigers zich tot Schiphol moeten wenden en niet tot de luchtvaartmaatschappij.
Nick de Leeuw
reisrechtadvocaat
Email: ndeleeuw@lagrolaw.nl