
De ANVR plaatst grote kanttekeningen bij het kabinetsvoorstel voor verhoging van de vliegbelasting. De ANVR zegt te begrijpen dat dit de uitkomst is van een politiek proces, maar zijn er belangrijke redenen hier alsnog van af te zien.
In het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028 van het kabinet is een verhoging afgesproken van de vliegbelasting op verre bestemmingen. Bij de belangrijke redenen hier alsnog van af te zien, noemt de ANVR onder andere de te verwachten negatieve invloed op het Nederlandse vestigingsklimaat en concurrentieel nadeel ten opzichte van China en de VS.
‘Maar ook omdat Nederland niet alleen voor de korte-, maar voor de verre bestemmingen absolute koploper wordt in de EU wat betreft de hoogte van de vliegbelasting. De ANVR adviseert het kabinet daarom dringend om af te zien van de voorgestelde verhoging van de vliegbelasting’, zegt Walter Schut, adjunct-directeur van de ANVR.
‘ANVR heeft een advies ingediend in het kader van de internetconsultatie over de voorgenomen differentiatie van de vliegbelasting.’
Sinds 2021 heeft Nederland een vliegbelasting van 29,40 euro (2025) per vertrekkende passagier, ongeacht waar deze passagier naartoe vliegt. Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met 248 miljoen euro verhogen. Het kabinetsplan is om vluchten over lange afstanden meer te gaan belasten, vanwege een hogere uitstoot.
In haar advies aan het kabinet wijst de ANVR er op dat Nederland en Europa achterop dreigen te raken bij de VS en China. De Europese Commissie heeft recent aangekondigd meer concurrerend te willen worden. Een verhoging van de vliegbelasting alleen in Nederland staat hier haaks op, zegt Schut.

Ook door het Nederlandse kabinet wordt vol ingezet op vestigingsklimaat, werkgelegenheid en innovatie. Een forse verhoging van de vliegbelasting beperkt de concurrentiepositie van Nederland: op deze manier wordt Nederland beduidend minder aantrekkelijk als internationaal knooppunt. Overigens heeft Nederland voor de korte afstanden al de hoogste vliegbelasting van alle EU-landen, en met de beoogde verhoging voor langeafstandsvluchten wordt Nederland ook koploper in dit segment. In andere landen is de belasting trouwens verlaagd, zelfs afgeschaft of tenminste veel lager dan in Nederland, aldus Schut.
‘Het risico is groot dat Nederlandse reizigers nog meer dan nu al het geval is uitwijken naar buitenlandse luchthavens. Dit zou niet alleen de beoogde milieu-effecten teniet doen, maar kan ook leiden tot het uitwijken van airlines naar buitenlandse luchthavens waardoor de ‘hubfunctie’ van Schiphol in ernstige mate wordt beperkt. Hierop gelet acht de ANVR een verhoging van de vliegbelasting in de voorgestelde vorm geen verstandige maatregel en adviseert het kabinet daarom hier van af te zien.’
Aanvullend merkt de ANVR daarbij op dat er geen goed onderzoek is uitgevoerd naar het precieze effect van de beoogde verhogingen, en dat het vooral veel verstandiger zou zijn om een vliegbelasting op Europees niveau af te stemmen. De ANVR wijst erop dat de vliegbelasting niet de enige heffing is die de luchtvaartsector treft. Naast de verplichte bijmenging van dure SAF (Sustainable Aviation Fuel, red.) zorgen het ETS-systeem (Emissions Trading System) en CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation) voor aanzienlijke kostenstijgingen op milieugrondslagen. Ook luchthaven Schiphol voert overigens prijsstijgingen door die oplopen tot wel 40 procetn, zegt Schut.
‘Wat betreft de concrete uitvoering van de vliegbelasting zou een heffing op transferpassagiers desastreus zijn voor KLM en daardoor ook voor Nederlandse reizigers. Hooguit zou een zeer kleine transferheffing te accepteren zijn, maar dan uitsluitend om de huidige verhouding van O/D- en transferpassagiers te behouden.’
De ANVR hecht veel belang aan de vergroening van de luchtvaart. Bij heffingen op de luchtvaart acht de ANVR het noodzakelijk dat de opbrengst wordt gebruikt om de sector te ondersteunen bij de transitie naar daadwerkelijk minder uitstoot. Dat is wederom niet het geval bij de huidige voorstellen.
De ANVR pleit er ook voor om EU-bestemmingen uit te zonderen van de nu voorgestelde verhoging van de vliegbelasting. Dit kan veel problemen voor de reisbranche voorkomen en voor de overheid politieke en diplomatieke complicaties met andere landen beperken. Ten slotte verzoekt de ANVR de heffing eenvoudig te houden om onverwachte of ongewenste effecten te voorkomen, maar gezien het argument van uitstoot zou het niet onlogisch zijn ook luchtvracht mee te nemen in de vliegbelasting.
Het uitgebreide advies van de ANVR is bijgevoegd. Wil je ook reageren op de Internetconsultatie Differentiatie vliegbelasting? Dat kan nog tot en met 25 februari 2025 via deze link.
(Foto Shutterstock).