
De rechtbank in Haarlem heeft in zijn uitspraak in het kort geding om de merkrechten van het failliete d-reizen gekozen voor een doorstart van circa 140 winkels en het behoud van 650 arbeidsplaatsen.
Dat blijkt uit de toelichting op het vonnis dat vrijdag werd gepubliceerd.
Vrijdagmiddag werd bekend dat de curatoren van de failliete D-rt Groep/d-reizen het kort geding hebben gewonnen waarin zij eisten dat de voormalig eigenaren, Jan Henne De Dijn en Marije Haeck, de merknaam d-reizen zouden afstaan voor 500.000 euro. De twee wilden aanvankelijk twee miljoen euro daarvoor hebben.
De rechtbank gebiedt Selten (de gezamenlijke bv van de oud-eigenaren, red.) om binnen twee dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de doorstart.
Selten dient zijn pandrecht op de Intellectuele Eigendomsrechten (IE-rechten) vrij te geven en de curatoren te machtigen om alles te doen wat nodig is om de overdracht van die rechten aan Prijsvrij te effectueren.
De rechter is akkoord met het voorstel van curatoren om de 500.000 euro in escrow (derdengeldrekening, red.) te storten. Dat bedrag wordt vrijgegeven zodra de curatoren onderzoek hebben verricht naar de rechtsgeldigheid van het pandrecht.
Dwangsom
Bovendien heeft de rechtbank Selten veroordeeld tot betaling van een dwangsom van 50.000 euro voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij niet meewerkt aan de overdracht van de pandrechten op de IE-rechten. Dit geldt tot een maximum van 500.000 euro is bereikt.
Afgelopen dinsdag diende in Haarlem het kort geding waarin de curatoren eisten dat de voormalig eigenaren hun pandrecht op de merknaam voor 500.000 euro zouden afstaan.
Zoals bekend hadden de voormalig eigenaren van d-reizen, Jan Henne De Dijn en Marije Haeck, het pandrecht van de merknaam vlak voor het faillissement ondergebracht in hun bv Selten. Die transactie werd uiteindelijk teruggedraaid, maar de twee bleven vasthouden aan het pandrecht op de merknamen.
Selten had na het faillissement van D-rt/d-reizen gezegd dat het feit dat zij het pandrecht had een doorstart van d-reizen niet in de weg zou staan. ‘Toen puntje bij paaltje kwam, krabbelde Selten echter terug’, stelde de advocaat van curatoren Tekstra en Willemse afgelopen dinsdag tijdens het kort geding.
Prijsvrij
Zoals bekend wil Prijsvrij/REWE een doorstart maken met circa 140 voormalige reisbureaus van d-reizen en daarbij ook de naam d-reizen in ere herstellen. Dankzij de doorstart zouden 450 fte’s, ofwel circa 600 tot 650 medewerkers, hun baan behouden.
De plannen voor de doorstart zijn goedgekeurd door de rechter-commissaris en ook de ondernemingsraad staat er positief in.
Prijsvrij wil 2,8 miljoen euro betalen voor de doorstart. Hiervan is 500.000 euro voor de IE-rechten (intellectueel eigendom, red.), waaronder ook de merknaam d-reizen valt.
Zonder merkrechten zou de transactie niet doorgaan, stelde Marc van Deursen, directeur/eigenaar van Prijsvrij, eerder al. Van Deursen heeft ondanks het faillissement nog steeds veel vertrouwen in de sterke merknaam d-reizen.
De voormalig eigenaren, Henne De Dijn en Haeck, wilden echter twee miljoen euro voor de merknaam en de bijbehorende rechten hebben.
De curatoren betoogden op de zitting van dinsdag dat niet duidelijk is waarop dat bedrag is gebaseerd. In november vorig jaar werd de merknaam nog op slechts enkele tonnen gewaardeerd. Volgens de curatoren hadden de voormalig eigenaren net zo goed 100.000 euro of vijf miljoen kunnen vragen.
Onrechtmatig
De curatoren stelden vijf ton een goed bod te vinden. Voor de losse merknaam zouden de voormalig eigenaren nooit 500.000 euro ontvangen, stelden de curatoren.
Tijdens het kort geding stelden de curatoren dat Selten onrechtmatig handelde, althans in strijd met maatstaven van redelijkheid en billijkheid, door haar medewerking aan de doorstart te weigeren.
De curatoren betoogden dat de belangen van de verhuurders van de winkelpanden en de werkgelegenheid van de medewerkers zwaarder dienen te wegen dan het belang van de voormalig eigenaren.
De rechtbank heeft de curatoren daarin nu in het gelijk gesteld. In zijn uitspraak kiest de rechter inderdaad de kant van de curatoren, en daarmee voor het belang van de werkgelegenheid van de voormalig medewerkers van d-reizen.
Bedenkingen
De voorzieningenrechter begrijpt, aldus het vonnis, dat de curatoren bedenkingen hebben bij de wijze waarop een der ‘ultimate beneficial owners’ van Selten (Henne De Dijn, red.) hun positie als bestuurder van D-rt hebben gebruikt om hun persoonlijk belang als ondernemer na te streven.
De rechter begrijpt dat de curatoren de kanttekening plaatsen dat Henne De Dijn zich aldus, zonder dat het hem een euro heeft gekost, als pandhouder op de IE-rechten een zeggenschap heeft verworven die geschikt is om hem bij de afwikkeling van een eventueel faillissement, met het oog op het versterken van zijn positie als aspirant-doorstarter, een mate van invloed te claimen die door de relatief beperkte waarde van de IE-rechten geenszins wordt gerechtvaardigd.
Niet florissant
Volgens de rechtbank is de ernst van die bedenkingen uiteraard sterk afhankelijk van de vraag of en in hoeverre Henne De Dijn ten tijde van het uitonderhandelen van deze constructie er rekening mee heeft moeten houden dat een faillissement van D-rt Groep onafwendbaar was.
Volgens de rechter is in ieder geval bevestigd dat met een faillissement rekening is gehouden.
‘Vast staat verder dat de constructie is opgetuigd kort nadat aan het buitengerechtelijk akkoord goedkeuring was onthouden, dus op een moment waarop het perspectief van D-rt bepaald niet florissant was’, aldus de rechter, die verder zegt:
‘Aldus bezien kan op dit moment niet uitgesloten worden geacht dat inderdaad sprake is geweest van een situatie waarin De Dijn zijn positie als bestuurder heeft gebruikt om een belang na te streven dat strijdig is met het belang van D-rt.’
‘Dat zou in rechte tot schadeplichtigheid van De Dijn jegens D-rt kunnen leiden, waarbij de rechter bij wege van schadevergoeding die in de omstandigheden van het geval passend is restricties aan de uitoefening van het pandrecht zou kunnen stellen. Dat betekent dat de pandrechten van De Dijn op dit moment bezwaard zijn met een processuele onzekerheid die meebrengt dat van De Dijn bij het gebruik van zijn pandrechten bijzondere prudentie mag worden verlangd.’ (Foto Shutterstock).