
Nee, ik ga hier niet het te pas en te onpas gebruikte citaat van Johan Cruijff misbruiken, maar negatieve zaken hebben vaak ook hun positieve kant. Neem de last minutes van deze zomer. De reisbureaus worden de laatste weken overspoeld door klanten die op korte termijn naar de zon willen. Onverwacht was het niet. Zonder Turkije om de massa op te vangen en met een paar honderdduizend potentiële vakantiegangers boven de markt was de last minute-vraag niet meer dan logisch.
Die klanten, door de reisbranche opgevoed met het idee dat ze voor een handjevol euro’s naar de Spaanse kust kunnen, kwamen echter bedrogen uit. De vraag vanachter de balie: ‘wat dacht u uit te geven?’ werd steevast beantwoord met: zo’n 350 euro per persoon, voor een week. De reactie van de reisverkopers was eensluidend: zelfs voor het dubbele daarvan zal het moeilijk worden. En dat klopte als een bus. Veel last minutes gingen van de hand voor reguliere prijzen of zelfs fors meer. Op de beschikbare bestemmingen, althans bestemmingen waar klanten het wel veilig achten, vooral Spanje en Portugal, was het meer dan druk en de prijzen hoog.
Veel late consumenten betaalden daardoor de hoofdprijs voor een of twee weken zon. En hier begint het voordeel van het nadeel (zeg ik het toch): klanten die nu veel geld kwijt waren aan hun last minute vakantie zullen het volgend jaar wel uit hun hoofd laten om tot het laatste moment te wachten. Die nemen geen risico meer en zullen ver voor het seizoen begint, liefst vlak na de Vakantiebeurs, hun zomervakantie alvast boeken. In theorie dan. Daarom kan het geen kwaad hen daar tegen die tijd nog even aan te herinneren. Door ze bijvoorbeeld te wijzen op de voorspelling van TUI-topman Arjan Kers, dat Spaanse hotels volgend jaar 5 tot 10 procent duurder worden. Wie lang wacht, betaalt nog meer of grijpt mis.
theo.de.reus@travmagazine.nl