
De Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement hebben een voorlopig akkoord bereikt over de herziening van de richtlijn pakketreizen. Wordt de consument nu nog beter beschermd? ‘Ja en nee’, zegt ANVR-directeur Frank Radstake.
‘Het is vooral belangrijk wat níét in de deal is beland. De belangrijkste voorstellen hebben het akkoord niet gehaald. Dat is voor de sector prettig, en uiteindelijk óók beter voor de consument.’
Eerst naar de definitie van het begrip pakketreis, iets waaraan vrijwel continu wordt gesleuteld. Wanneer is iets wel of niet een pakketreis? En wat is het verschil (in bescherming) tussen pakketreis en gekoppeld reisarrangement?
Die vraag is niet onbelangrijk, omdat steeds meer reizen online tot stand komen via doorlinks en samenwerkingen tussen verschillende partijen. Deze gekoppelde reisarrangementen (Linked Travel Arrangement) bieden de consument echter minder bescherming dan de kant-en-klare pakketreis van een touroperator.
Juist daarover worstelt Brussel al jaren: hoe vang je moderne boekingsroutes in een juridisch sluitend systeem? In het voorlopig akkoord uit Brussel dat nu is gepresenteerd wordt opnieuw benadrukt dat de pakketreis, vanuit consumentenperspectief, de meeste bescherming biedt. Wat Radstake daarbij als een grote verbetering ziet: de consument moet explicieter horen wanneer een boeking geen pakketreis is. Dat klinkt negatief, maar het effect kan positief zijn: reizigers worden zo nadrukkelijk gewezen op het feit dat een pakketreis juist extra rechten en zekerheden geeft.
Volgens Radstake is dat vooral relevant bij constructies waarbij een klant via een partij (airline) naar een andere aanbieder (hotelsite) wordt doorgelinkt. ‘Als het níet onder de definitie van pakketreis valt, moet je dat als aanbieder eigenlijk expliciet zeggen. En dat is voor niemand een aantrekkelijke boodschap.’
De opvallendste boodschap van de ANVR-directeur in dit verband is vooral communicatief. In het EU-document staat dat een pakketreis de consument doorgaans meer bescherming biedt dan een gekoppeld reisarrangement. Radstake vindt dat het daar niet bij kan blijven. Hij doet daarom een oproep aan Brussel: kom met een EU-brede publiekscampagne die consumenten uitlegt wat een pakketreis is en waarom die boekingsvorm extra zekerheden geeft. ‘Als je als EU zoveel nadruk legt op bescherming en verplichtingen voor aanbieders, dan past het ook om consumenten actief te wijzen op de keuze die hen het best beschermt.’
Echte winst
De échte winst voor de reisbranche zit volgens Radstake in twee voorstellen die eerder wél op tafel lagen, maar nu niet in het compromis terecht zijn gekomen. De eerste: een Europese beperking op aanbetalingen. In eerdere fases werd gesproken over een maximum aanbetaling van 25 procent (met uitzonderingen) bedoeld om consumenten te beschermen mocht de aanbieder failliet gaan.
Radstake: ‘Dat klinkt sympathiek, maar in de praktijk werkt het averechts. Reisorganisaties moeten immers vaak zélf al vliegtickets en hotelkamers voorschieten. Als je als organisator daarvoor geen passende aanbetaling meer kunt vragen, wordt het aanbieden van pakketreizen financieel minder aantrekkelijk.’
En dat leidt volgens hem tot een paradox: minder pakketreizen in de markt betekent uiteindelijk minder consumentenbescherming. ‘De pakketreis is juist de boekingsvorm met de meeste rechten voor de klant. Je moet beleid niet zo inrichten dat aanbieders die vorm gaan mijden.’
Het tweede punt dat volgens Radstake terecht is afgezwakt: plannen die het moeilijker maken om in sommige gevallen 100 procent annuleringskosten door te berekenen. Hij schetst het klassieke praktijkvoorbeeld: een reisorganisatie boekt voor een klant een non-refundable ticket en een non-refundable hotel. Als de klant daarna zelf annuleert, zijn de kosten feitelijk 100 procent. ‘Dan is het niet logisch als je die kosten niet meer aan de klant zou mogen doorbelasten. Dat lijkt consumentvriendelijk, maar op termijn werkt deze manier van werken juist in het nadeel van de klant. Dit is niet hoe de keten functioneert.’
Vouchers
Ook rond vouchers ziet Radstake een nuttige stap: de herziening pakketreizen wil de regels rond vouchers helderder maken, juist met het oog op grootschalige verstoringen zoals destijds tijdens corona. De bijgewerkte richtlijn introduceert het vrijwillige gebruik van vouchers. Organisatoren mogen reizigers in plaats van een terugbetaling een voucher aanbieden, maar reizigers hebben het recht die te weigeren. Vouchers moeten minimaal dezelfde waarde hebben als het terug te betalen bedrag, maximaal 12 maanden geldig zijn en slechts één keer overdraagbaar zijn.
‘Het is precies zoals we hier tijdens corona met vouchers van SGR en ANVR werkten’, zegt Radstake. Hij noemt het goed nieuws dat zulke scenario’s niet opnieuw ad hoc en onder politieke druk hoeven te worden uitonderhandeld, maar dat er een Europees kader ligt waar lidstaten en marktpartijen op kunnen terugvallen.
De Europese Commissie had eind 2023 al voorstellen gedaan om de regels rond de richtlijn pakketreizen aan te passen. De nu bereikte overeenkomst moet nog formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en door de lidstaten in de Raad. Zodra de regels in werking treden, mogelijk begin 2026, krijgen lidstaten 28 maanden de tijd om de EU-richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Dan is het ergens oktober 2028.
Foto: Frank Radstake (© TravMagazine/Theo de Reus)

Geef een reactie