
Nederlanders nemen steeds vaker het vliegtuig voor een wintersportvakantie in Oostenrijk. Dat blijkt uit cijfers van de luchthaven van Innsbruck.
In het winterseizoen 2017-2018 vlogen ruim 100.000 passagiers vanuit Nederland naar Flughafen Innsbruck. Dat is 25 procent meer dan in dezelfde periode vier jaar geleden (2013-2014). Het totale aantal vluchten in 2017 vanuit Nederland naar Innsbruck is 45 procent hoger dan in 2013.
Innsbruck is voor veel wintersporters een belangrijke hub op doorreis naar hun vakantiebestemming in Oostenrijk. Dat is zowel per auto, maar ook steeds vaker per vliegtuig.
Vanaf Schiphol, Eindhoven en Rotterdam is het circa 1,5 uur vliegen naar de hoofdstad van de Alpen.
‘Innsbruck ligt op ongeveer een kwartier rijden van het vliegveld, waardoor bezoekers vlak na de landing al op plaats van bestemming zijn. In de winter sta je binnen 20 minuten vanuit het centrum al op 2.000 meter hoogte in de sneeuw. Dat is vrij uniek voor een wintersportbestemming’, zegt Colette Verra van Innsbruck Tourismus.
De teller van het aantal passagiers dat deze winter vanuit Nederland naar de sneeuw in Innsbruck vloog, stond eind februari op 100.000.
Innsbruck blijkt in de zomer een populaire stedenbestemming in combinatie met een vakantie in de bergen.
In de winter vliegt Transavia dagelijks vanaf verschillende Nederlandse airports naar Innsbruck. In de zomerperiode twee keer per week vanaf Amsterdam.