
De Rabobank mag dan gelijk hebben gekregen van de rechtbank Midden-Nederland, maar laat weten in hoger beroep te gaan. De rechtbank liet zojuist weten dat volgens de rechter de Rabobank in september 2013 haar kredietovereenkomst met reisorganisatie OAD mocht opzeggen.
Die opzegging was naar het oordeel van de rechtbank Midden-Nederland niet onredelijk. Als gevolg van die opzegging vroeg het bedrijf uit het Overijsselse Holten haar faillissement aan. Volgens OAD zijn zij failliet gegaan door het handelen van de Rabobank.
Uit een eerste beschouwing van het 40 pagina tellende vonnis blijkt volgens de oud-aandeelhouders van OAD al direct dat de rechtbank in enkele cruciale passages onjuiste cijfers/aannames hanteert en daaruit onjuiste conclusies trekt. Ook is de rechtbank volgens hen volledig voorbijgegaan aan de zorgplicht die een bank heeft naar een grote, trouwe, zakelijke klant (die tot dag faillissement alle verplichtingen is nagekomen) met 1500 medewerkers in dienst.
Oud-aandeelhouders en hun advocaten zijn tot slot teleurgesteld dat de rechtbank bij hun beoordeling van deze zaak zich heeft laten leiden door de onterechte verwijten die de Rabobank heeft gemaakt over de zogenaamd onvolledige wijze van procederen.
‘Ook al was de Rabobank akkoord gegaan met een verlenging van de tijd om tot een overeenkomst te komen met de Twentse Investeerders, dan nog was een faillissement niet afgewend. De financiële problematiek met TUI en SGR was ernstig en niet op te lossen. En als klap op de vuurpijl was de laatste financiële prognose van het OAD bedrijf veel negatiever dan OAD had doen voorkomen’, aldus de rechter.