
Sigrid Kaag (Financiën) en Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) schrijven de kamer naar aanleiding van de vijfde rapportage van de staatsagent dat zij op basis van het oordeel van het kabinet gaan kijken of eventuele vervolgstappen wenselijk en (juridisch) haalbaar zijn.
‘Het is positief dat KLM de directe lening van de staat en de kredietfaciliteit met een staatsgarantie heeft terugbetaald. Het snelle financiële herstel van KLM heeft het mogelijk gemaakt om dat ruim binnen de termijn te doen die hiervoor was afgesproken in 2020. KLM heeft voor de garantie en de lening in totaal €80,12 miljoen aan premie en rente betaald. Ook positief is de inzet van KLM op de luchtvaartgerelateerde voorwaarden ten aanzien van leefbaarheid en duurzaamheid’, aldus Kaag en Harbers.
Lees ook: Dit schrijft de staatsagent in zijn vijfde rapportage over KLM.
‘Het kabinet onderschrijft de conclusie van de staatsagent dat KLM in algemene zin op de luchtvaartgerelateerde voorwaarden goede inzet levert. Dit beeld wordt gedeeld door verschillende experts die bij de uitvoering van deze voorwaarden betrokken zijn. Daarnaast onderschrijft het kabinet dat KLM een bijdrage levert aan de netwerkkwaliteit op Schiphol, zoals ook blijkt uit de meting die de staatsagent heeft laten uitvoeren. Het kabinet onderkent dat ook andere luchtvaartmaatschappijen bijdragen aan een goede verbondenheid. Het kabinet zal het beleidskader netwerkkwaliteit de komende jaren blijven inzetten om de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit objectief te kunnen monitoren.’
Tegelijkertijd is het kabinet opnieuw teleurgesteld in de naleving door KLM van de bedrijfseconomische voorwaarden, zo schrijven Kaag en Harbers. ‘Ook nu het steunpakket is beëindigd verwacht het kabinet in haar rol als aandeelhouder van het bestuur van KLM dat zij concrete actie gaat ondernemen om structurele kostenreducties door te voeren en het vergroten van de competitiviteit van KLM als haar prioriteit te zien met oog voor duurzaamheid en de omgeving. Dit sluit ook aan bij de motie van de leden Nijboer en Van der Lee waarin wordt gevraagd om een toekomstbestendig en duurzaam bedrijfsmodel.4 Bovendien verwacht het kabinet dat KLM maatregelen neemt om facilitering van mogelijke belastingontwijking te stoppen. Het is aan het bestuur van KLM om passende maatregelen te nemen. Het kabinet zal hierover op korte termijn met de directie en raad van commissarissen van KLM spreken en zijn aandeelhoudersbevoegdheden (blijven) inzetten om KLM en AFKL
te bevragen en te beoordelen.’
‘Het staat KLM vrij om na beëindiging van het steunpakket over te gaan tot de aangekondigde bijzondere uitkering van twintig procent van de eerder geleverde arbeidsvoorwaardelijke bijdrage. Er zijn namelijk geen contractuele afspraken meer die een dergelijke uitkering verhinderen. Wel is het zo dat deze uitkering niet bijdraagt aan de gewenste versterking van de concurrentiepositie uit hoofde van kostenreductie.’
Het kabinet betreurt dat KLM een onvolledig implementatieplan heeft opgeleverd, waardoor de staatsagent naleving van de luchtvaartgerelateerde voorwaarden in 2022 niet volledig conform het monitoringsplan heeft kunnen beoordelen. Kaag en Harbers: ‘De staatsagent stelt in voorliggende rapportage dat het monitoringsplan na opzegging van het steunpakket een basis biedt om te blijven monitoren of KLM aan de luchtvaartgerelateerde voorwaarden voldoet en de voor 2030 toegezegde resultaten behaalt. Zoals in de aanbiedingsbrief bij de derde rapportage staatsagent KLM d.d. 23 juni 2022 is aangegeven, staat het kabinet positief tegenover het blijven monitoren van de luchtvaartgerelateerde voorwaarden, ook na beëindiging van het steunpakket, om de voortgang van het behalen van de beleidsdoelen ten aanzien van netwerkkwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid inzichtelijk te maken. Over de wijze waarop hier uitvoering aan kan worden gegeven en op welke partijen de monitoring zou moeten toezien, worden momenteel gesprekken gevoerd binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.’
‘Het kabinet zal zich een oordeel vormen over de mate van naleving door KLM over de gehele looptijd van het steunpakket en op basis van die beoordeling zal worden bezien of eventuele vervolgstappen wenselijk en (juridisch) haalbaar zijn. Daarbij is van belang te noemen dat het aantal mogelijkheden die de staat heeft om naleving af te dwingen beperkter is dan de staatsagent heeft geschetst in zijn rapportage. Zo kon de Nederlandse staat de lening niet terugvorderen en de staatsgarantie niet intrekken bij niet-naleving van de steunvoorwaarden door KLM en dit daarom niet inzetten als pressiemiddel. Deze mogelijkheid was niet opgenomen in het steunpakket omdat het kabinet het van belang vond dat ook de banken bijdroegen aan de steunverlening (de zogenoemde bail in). Vanwege hun betrokkenheid was het vervolgens niet haalbaar om ontbindende voorwaarden van de staat op te nemen in de financieringsdocumentatie die waren gekoppeld aan het niet naleven van de voorwaarden. De banken wilden namelijk niet het risico lopen dat de staat eigenstandig de steun zou kunnen stopzetten bij een onderneming met een – ten tijde van het opzetten van het steunpakket – sterk verslechterd financieel profiel. Daarnaast zijn de NOW-steun en belastinguitstel als generieke maatregelen niet voorwaardelijk aan de naleving van de voorwaarden van het specifieke steunpakket voor KLM en daarom geen passend instrument om naleving af te dwingen.’
Het kabinet zal de steunverlening aan KLM evalueren. In deze evaluatie wordt specifiek ingegaan op welke zaken beter of anders hadden gekund, waaronder de wijze waarop naleving beter geborgd had kunnen worden. De uitkomsten van deze evaluatie zullen naar verwachting in het najaar van 2023 met uw Kamer worden gedeeld.