
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) schrijft in een Kamerbrief dat luchtvaartmaatschappijen gedupeerde klanten tijdelijk mogen compenseren met vouchers.
Volgens de EU-wetgeving hebben passagiers met een los vliegticket bij een vluchtannulering het recht op een alternatieve vlucht of restitutie van het betaalde ticket binnen zeven dagen. Maar vanwege de uitbraak van het coronavirus en de gevolgen daarvan op de luchtvaart (zoals vliegverboden), zijn luchtvaartmaatschappijen momenteel in zeer beperkte mate in staat om alternatieve vluchten aan te bieden. ‘In het licht van Covid-19 zal ik dat voor een beperkte termijn gedogen’, aldus minister Van Nieuwenhuizen.
De minister schrijft in haar brief: ‘Verder zijn luchtvaartmaatschappijen onvoldoende liquide om op korte termijn alle tickets terug te betalen. Het gaat om honderdduizenden terug te betalen tickets, terwijl het aantal nieuwe boekingen drastisch is gedaald. Om die reden zijn de luchtvaartmaatschappijen begonnen met de uitgifte van vouchers, die voor een bepaalde periode kunnen worden gebruikt voor de aanschaf van nieuwe vliegtickets. Na het ongebruikt verlopen van (een deel van) deze vouchers wordt alsnog overgegaan tot terugbetaling van de ticketprijs.
Daarom vindt het kabinet het tijdelijk gebruik van vouchers een acceptabel alternatief, omdat een passagier het recht behoudt op terugbetaling van diens ticket, en er wordt voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in nog grotere financiële nood komen.’
De voorwaarden
a) de vouchers mogen maximaal twaalf maanden geldig zijn, b) passagiers moeten na verloop van de vouchers het ongebruikte deel ervan krijgen
uitbetaald en c) het initiatief om tot uitbetaling over te gaan bij de luchtvaartmaatschappij ligt. Luchtvaartmaatschappijen dienen hierover helder te
communiceren met hun klanten.
