Mijn Wet van Vertraging luidt: ‘De ergernis over vertraging is omgekeerd evenredig aan de complexiteit van het vervoermiddel.’ Stadsbus twee minuten te laat? Volop kankeren bij de halte. Vliegtuig uren vertraagd? ‘Zal vast voor onze veiligheid zijn.’
En braaf gaan we zeven uur op een stoel zitten. Ik was vorige week boos toen mijn ICE-trein naar Brussel een uur vertraging had. Ik strandde in Rotterdam, was wanhopig en sprak mezelf toe.‘Doe normaal. Zeven uur vast in een betonnen luchthaven, dat is erg.’ Ik herinnerde me ineens mijn eersteklaskaartje. Natuurlijk. Ik kon de NS International Lounge in:
de poor man’s luxe-wachtruimte op het station!
Het werd een warm bad voor lichaam en ziel. Bij de ingang zat een hartelijke Rotterdamse buffetjuffrouw met vlinderbril in een hagelwitte bloes die meteen zei: ‘Dag meneer. Gaat u maar zitten. Dan breng ik u een kopje koffie.’ Ze deed er een speculaasje in goud cellofaan bij. Hygiënisch! De koffie kwam waarschijnlijk uit een ketel, maar ik moest even aan mijn oude moeder denken en kreeg de tranen in mijn ogen. Zoveel warmte op een station. Er waren zakenmensen met bruine schoenen (eigenlijk geen echte zakenmensen) die geanimeerd over de treinenloop spraken. Het leek of iedereen elkaar kende. Ik mocht van de juffrouw zoveel koekjes pakken als ik wilde. Heel relaxed. In luchthavenlounges moet je altijd koortsachtig tegen je dure ticket opzuipen.
Bij vertrek lachte ze me toe met een gezicht van: meneer gaat vandaag de BV Nederland weer veilig stellen, lekker gesterkt door mijn kopje koffie. Fijn! De herontdekking van de Vergeten Lounge.